ECLI:NL:GHSGR:2004:AO9819
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Antonis
- M. Vonk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak door belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 april 2004 uitspraak gedaan in het beroep van een belanghebbende tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning aan de a-straat 9 te Leiden. De belanghebbende, die de woning in 1997 had gekocht voor € 104.545, betwistte de door de Inspecteur vastgestelde waarde van € 150.121. De Inspecteur stelde in zijn verweerschrift een waarde van € 141.542 voor, terwijl de belanghebbende zelf een waarde van € 108.000 bepleitte. De waardepeildatum was vastgesteld op 1 januari 1999.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 april 2004 werd duidelijk dat de Inspecteur onvoldoende bewijs had geleverd om zijn vastgestelde waarde te onderbouwen. Het Hof oordeelde dat de berekeningsmethodiek van de Inspecteur, die gebaseerd was op gemiddelde verkoopprijzen, niet voldoende rekening hield met de gerealiseerde verkoopprijs van de woning. De belanghebbende had de vastgestelde waarde bestreden door te wijzen op de koopsom en het Hof concludeerde dat de Inspecteur niet aannemelijk had gemaakt waarom de verkoopprijs van de woning minder gewicht zou moeten krijgen dan die van vergelijkingsobjecten.
Uiteindelijk heeft het Hof de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 125.000, waarbij het beroep van de belanghebbende gegrond werd verklaard. De uitspraak leidde tot de veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 160, en de gemeente Leiden werd gelast het griffierecht van € 31 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot cassatie tegen deze mondelinge uitspraak, tenzij deze wordt vervangen door een schriftelijke uitspraak.