rolnummer 2200375503
parketnummer 0975333402
datum uitspraak 13 april 2004
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 31 juli 2003 in de strafzaak tegen de verdachte:
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 30 maart 2004.
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het eerste en tweede cumulatief tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het eerste en tweede cumulatief tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
Hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
De verdachte stelt dat hij kwam om op vreedzame wijze over de geldschuld te praten en dat de andere mededaders ineens overgingen op een roofoverval en diefstal met geweld. Naar het oordeel van het hof kan de verdachte ten volle verantwoordelijk worden gehouden voor de daden die na zijn binnentreden zijn gepleegd en is zijn verklaring dat hij voornemens was de zaak vreedzaam op te lossen ongeloofwaardig, mede gelet op de verklaringen van zijn mededaders. De verdachte heeft zelf na binnenkomst meteen met een harde stoot een slachtoffer buiten westen geslagen en heeft zich op geen enkele wijze gedistantieerd van zijn mededaders. Het hof rekent het de verdachte dan ook aan dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden en dat hij het laakbare daarvan ontkent.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
afpersing door twee of meer verenigde personen
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal mr Van Es heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het eerste en tweede cumulatief tenlastegelegde (en hetgeen hem bij rolnummer 2200192703 wordt verweten en in welke zaak het hof apart arrest wijst) zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van zes jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met anderen op uiterst grove en verwerpelijke wijze een vordering trachten te incasseren. De verdachte, die stelt geld tegoed te hebben van de vader van een van de slachtoffers, heeft, nadat twee van zijn mededaders de garage waren binnengegaan om de slachtoffers onder controle te brengen, een van de slachtoffers zo hard geslagen dat deze hierbij het bewustzijn heeft verloren. Nadat de slachtoffers hun geld en mobiele telefoons hebben moeten afstaan, is de verdachte met een mededader in een aanwezige Porsche gestapt en weggereden, om vervolgens terug te komen om onder meer nog kentekenbewijzen mee te nemen. De anderen hebben een BMW meegenomen.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 18 maart 2004, eerder ter zake van geweldsdelicten is veroordeeld, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is van oordeel dat alleen een geheel onvoorwaardelijke vrijheidbenemende straf van na te melden duur passend en geboden is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het eerste en tweede cumulatief tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER JAREN.
Bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mrs Koning, Van Rijnberk en Mos-Verstraten, in bijzijn van de griffier mr De Vries.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 april 2004.