ECLI:NL:GHSGR:2004:AO7360
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- M. In 't Velt-Meijer
- A. Schuering
- J. Husson
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming tijdens de looptijd van een huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 februari 2004 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen [Appellante] en [Geïntimeerde]. De zaak betreft een vordering tot ontruiming van een woning die door [Appellante] werd gehuurd van [Geïntimeerde]. De huurovereenkomst was op 17 maart 1998 ingegaan en gold voor onbepaalde tijd. In eerste aanleg had de voorzieningenrechter de vordering van [Geïntimeerde] toegewezen, waarbij [Appellante] werd veroordeeld om de woning binnen acht dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. [Appellante] was het niet eens met deze beslissing en is in hoger beroep gegaan.
In het hoger beroep heeft [Appellante] vijf grieven aangevoerd tegen het bestreden vonnis en verzocht om vernietiging van het vonnis en afwijzing van de vordering van [Geïntimeerde]. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering tot ontruiming niet kan worden toegewezen zolang de huurovereenkomst nog voortduurt. [Geïntimeerde] heeft in eerste aanleg niet gesteld dat de huurovereenkomst is geëindigd. Het hof heeft [Geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of en op welke wijze de huurovereenkomst is geëindigd. [Appellante] krijgt de mogelijkheid om hierop te reageren.
Het hof heeft de zaak naar de rolzitting van 11 maart 2004 verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van [Geïntimeerde] en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Deze uitspraak benadrukt het belang van de voortzetting van de huurovereenkomst in het kader van ontruimingsvorderingen en de noodzaak voor de verhuurder om aan te tonen dat de huurovereenkomst is beëindigd voordat een ontruiming kan worden toegewezen.