ECLI:NL:GHSGR:2003:AR3096

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
29 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
852-H-03
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een raadsheer-commissaris in een hoger beroep inzake deskundigenonderzoek

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, betreft het een hoger beroep waarin de verzoeker, aangeduid als de man, en de verweerster, aangeduid als de vrouw, betrokken zijn. De zaak is gestart met een beschikking van 30 juni 2004, waarin het hof een deskundige heeft benoemd, Th. A. Kooij RA, om een deskundigenbericht op te stellen. Dit deskundigenbericht diende voor 1 september 2004 aan de civiele administratie van het hof te worden toegezonden. De behandeling van de zaak is aangehouden tot de zitting van 25 september 2004, waarbij de advocaat van de man op 21 september 2004 om aanhouding heeft verzocht.

Het hof heeft in deze beschikking benadrukt dat het waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en dat het noodzakelijk is om een raadsheer-commissaris te benoemen. Deze raadsheer-commissaris, mr. A.N. Labohm, zal leiding geven aan het deskundigenonderzoek en ervoor zorgen dat de voortgang van de procedure wordt gewaarborgd. De raadsheer-commissaris heeft de bevoegdheid om maatregelen te nemen die nodig zijn voor de voortgang van de procedure en kan partijen gelasten om nadere informatie te verstrekken die de deskundige nodig heeft.

De beschikking is uitgesproken op 29 september 2004, waarbij de rechters Labohm, Stille en Zonnenberg aanwezig waren, en de griffier Muller-Rietveld de beschikking heeft opgemaakt. Het hof heeft de instructies voor de deskundige uiteengezet, waaronder het opstellen van een plan van aanpak en het vaststellen van een tijdschema. De deskundige moet ook de mogelijkheid hebben om vragen te herformuleren indien dat nodig is, en moet de resultaten van zijn onderzoek met de partijen bespreken.

Uitspraak

Uitspraak : 29 september 2004
Rekestnummer : 852-H-03
Rekestnr. rechtbank : 02-192
GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. H.C. Grootveld,
tegen
[benadeelde partij],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
HET VERDERE PROCESVERLOOP
Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn tussenbeschikking van 30 juni 2004, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Bij die beschikking heeft het hof als deskundige benoemd Th. A. Kooij RA. Voorts is verzocht dat de deskundige het deskundigenbericht, met redenen omkleed en ondertekend en voor zover mogelijk vergezeld van relevante en schriftelijke bescheiden aan de civiele administratie van het gerechtshof te `s-Gravenhage, postbus 20302, 2500 EH `s-Gravenhage toe te zenden voor 1 september 2004 en is verder bepaald dat uit het deskundigenbericht moet blijken dat partijen door de deskundigen in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, met vermelding van de inhoud van de eventuele opmerkingen en verzoeken. De behandeling is aangehouden tot de zitting van 25 september 2004 pro forma en is iedere verder beslissing aangehouden.
Bij fax van 21 september 2004 heeft de advocaat van de man het hof om aanhouding verzocht.
VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of neemt ambtshalve maatregelen. Om de voortgang van het deskundigenonderzoek te bevorderen, en verdere onredelijke vertraging te voorkomen acht het hof het in de onderhavige zaak – mede bezien de omvang van het deskundigenbericht – het noodzakelijk dat ambtshalve een raadsheer-commissaris wordt benoemd, die conform artikel 198, lid 2 RV leiding zal geven aan het deskundigenbericht.
2. In dat kader geeft het hof de navolgende instructies;
- de deskundige bespreekt op zo kort mogelijk termijn met partijen en zo mogelijk hun adviseurs zijn plan van aanpak ter zake het deskundigen bericht;
- de deskundige stelt conform de voor hem geldende gedrags – en beroepsregels het plan van aanpak op;
- de deskundige stelt een tijdsschema vaststelt, waaraan partijen en hun adviseurs zich hebben te houden tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen;
- indien de vraagstelling – zoals geformuleerd in de beschikking van 30 juni 2004 - tot hoge kosten zal leiden staat het de deskundige vrij in overleg met partijen de betreffende vraag of vragen te herformuleren;
- indien de deskundige met partijen tot een herformulering van de vraag of vragen komt bericht de deskundige dit schriftelijk aan het hof;
- indien de deskundige niet met partijen tot een herformulering van de vraag of vragen kan komen hij dit gezien zijn gedrags- en beroepsregels noodzakelijk acht, zal de deskundige de raadsheer-commissaris in deze zaak verzoeken een zitting te bepalen ter bespreking van de door hem gewenste herformulering van de vraag of vragen;
- nadat de deskundige zijn onderzoek heeft afgrond bespreekt hij het resultaat met partijen;
- indien de deskundige dit wenselijk acht kan hij het resultaat nader toelichten ten overstaan van de raadsheer-commissaris en partijen.
3. De raadsheer-commissaris is ingevolge de wet onder meer bevoegd om de nodige maatregelen te nemen teneinde de voortgang van de procedure te bewaken en om partijen te gelasten nadere informatie te verstrekken die de deskundige nodig heeft in het kader van zijn onderzoek. Zo nodig beveelt het hof een hoorzitting ten overstaan van de raadsheer-commissaris op een door hem te bepalen plaats en tijdstip.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
Benoemt ambtshalve tot raadsheer-commissaris de raadsheer in dit hof mr. A.N. Labohm.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Labohm, Stille en Zonnenberg, bijge-staan door Muller-Rietveld als griffier, en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 29 september 2004.