4.a. Zoals hiervoor aangegeven is het aan de vrouw om het bestaan van een naar Ghanees recht rechtsgeldig huwelijk aan te tonen. Verzoekster heeft een aantal bewijsmiddelen ingebracht waarmee zij naar haar mening het bestaan van het huwelijk heeft aangetoond.
Het Hof komt tot het oordeel dat de vrouw inderdaad geslaagd is in het bewijs van het bestaan van een naar Ghanees gewoonterecht totstandgekomen huwelijk. Het Hof heeft daarbij belang gehecht aan de navolgende door de vrouw naar voren gebrachte feiten.
- De man heeft ter zitting van het Hof verklaard dat hij inderdaad op 4 januari 1998 in Ghana bij een feest met zijn familie en de familie van de vrouw aanwezig is geweest, waarbij de samenleving van de man en de vrouw het onderwerp van het feest was.
- Uit het verslag van de op [datum] gehouden hoorzitting in de bezwaarprocedure tegen de weigering van de minister van Buitenlandse zaken om een geboorteakte d.d. [datum] en een ongehuwdverklaring d.d. [datum] te legaliseren, blijkt dat de man naar aanleiding van vragen over het huwelijk aldaar verklaard heeft "dat hij in Ghana reeds twee kinderen uit een vriendschapsrelatie met betrokkene had. Toen hij haar (toevalligerwijs) in 1996 in Nederland ontmoette, besloten beide, toen een derde op komst was dat zij beter konden trouwen. "
- De man heeft ter zitting van het Hof erkend dat hij in 1999, uit vrije wil en wetende welk formulier hij voor zich had, een formulier ondertekend heeft, dat als opschrift draagt "Form of Register of Customary Marriages", welk formulier in Ghana gebruikt wordt om een huwelijk te registeren.
- In een op [datum] in Accra, Ghana, opgemaakte verklaring (Statutory declaration bij Kwadwo Adade and Kwabena [ei[eiseres] confirming the dissolution of customary marriage), welke verklaring is ondertekend door de vader van de man, staat aangegeven dat op [datum] een huwelijk is voltrokken tussen de man en de vrouw in overeenstemming met het Ghanese gewoonterecht en de gebruiken.
- In het verweerschrift dat namens de man in de procedure bij de rechtbank is ingediend, verklaart de man dat op [datum] een zogenaamd 'customary marriage' heeft plaatsgevonden.
- Tijdens de terechtzitting bij de rechtbank op 5 september 2001 heeft de gemachtigde van de man blijkens het proces-verbaal verklaard : "Het 'customary marriage' is reeds ontbonden. Ik laat u daarvan de originele stukken zien." en "Het huwelijk heeft geen rechtskracht buiten Ghana."
- De man heeft ter zitting van het Hof erkend dat hij in een ter zitting van het Hof door de vrouw overgelegde bijbel, die als opschrift heeft 'Bride's Bible', bij de bladzijde met titel 'Certificate of Marriage' zijn naam, de naam van de vrouw en de plaats en datum van de huwelijksvoltrekking heeft geschreven.
- De minister van Buitenlandse Zaken heeft in zijn beslissing van [datum] op het bezwaarschrift tegen de afwijzing van de legalisatie van een geboorteakte en ongehuwdverklaring van de vrouw gesteld dat vaststaat dat de vrouw ten behoeve van wie de ongehuwdverklaring in 1997 is afgegeven, inmiddels getrouwd is.
Zijdens de vrouw is verder met verwijzing naar de rapportage van het Internationaal Juridisch Instituut van 29 augustus 2002 gesteld dat inschrijving van een 'customary marriage' in Ghana niet noodzakelijk is om een dergelijk huwelijk naar Ghanees recht rechtsgeldig te laten zijn. Door de man is dit niet bestreden. Overigens heeft een dergelijke registratie blijkens het overgelegde "Form of Register of Customary Marriages" wel plaatsgevonden, zij het niet binnen de voorgeschreven drie maanden.
Het Hof komt op grond van het vorenstaande tot het oordeel dat de vrouw aangetoond heeft dat er in het onderhavige geval sprake is (geweest) van een naar Ghanees recht rechtsgeldig huwelijk tussen haar en de man. Het huwelijk wordt op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet Conflictenrecht Huwelijk in Nederland erkend.