ECLI:NL:GHSGR:2003:AO0548
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Vierhout
- Rechtspraak.nl
Afvalstoffen van onderneming zijn geen huishoudelijke afvalstoffen
Op 29 oktober 2003 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanslag in de reinigingsrechten voor het jaar 2002, opgelegd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. De zaak werd behandeld in het kader van een beroep tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Goedereede. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 oktober 2003, waarbij de Inspecteur werd vertegenwoordigd door mevrouw [A] en [B]. De belanghebbende was uitgenodigd om te verschijnen, maar de uitspraak werd gedaan zonder dat de belanghebbende aanwezig was.
De kern van het geschil was of de opgelegde aanslag terecht was. De belanghebbende stelde dat de afvalstoffen die op haar adres ontstonden, als huishoudelijke afvalstoffen moesten worden aangemerkt. Het Hof oordeelde echter dat de afvalstoffen die door de onderneming werden geproduceerd, geen huishoudelijke afvalstoffen waren in de zin van de toepasselijke Verordening en de Wet milieubeheer. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de afvalstoffen niet afkomstig waren van een particulier huishouden, maar van een onderneming.
Het Hof benadrukte dat reinigingsrechten een retributief karakter hebben en alleen geheven kunnen worden indien er sprake is van genot van door de gemeente verstrekte diensten met betrekking tot het afvoeren van afvalstoffen. De belanghebbende had erkend dat afvalstoffen gedeeltelijk bij haar directeur aan het belendende perceel in een mini-container werden gedeponeerd en dat oud papier op inzamelpunten werd aangeboden. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende gebruik maakte van de diensten van de gemeente voor de afvoer en verwerking van de afvalstoffen, ongeacht het feit dat haar geen container ter beschikking was gesteld.
Uiteindelijk verklaarde het Gerechtshof het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd vastgesteld door mr. M. Vierhout en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Antonis.