ECLI:NL:GHSGR:2003:AN8067
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Biemond
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak en funderingsgebreken in belastingrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 juni 2003, staat de waardering van een onroerende zaak centraal. De belanghebbende, eigenaar van een vrijstaande woning aan de a-straat 1 te Z, heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van de gemeente P, waarin de waarde van de woning op € 312.200 is vastgesteld. De belanghebbende betwist deze waardering en stelt dat de waarde te hoog is vastgesteld, en dat een vergelijkbare vierkante meterprijs als die van een nabijgelegen woning (a-straat 2) gehanteerd had moeten worden. Het Hof oordeelt dat de stellingen van de belanghebbende falen, omdat de waarde van de woning niet alleen afhankelijk is van de vierkante meterprijs, maar ook van andere factoren zoals de perceeloppervlakte en de staat van onderhoud van de woning.
De mondelinge behandeling vond plaats op 23 mei 2003, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door A en B. De belanghebbende was niet aanwezig, maar had dit tijdig gemeld. Het Hof overweegt dat de Inspecteur de bewijslast draagt en dat hij met een taxatierapport van taxateur B aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning op de waardepeildatum, 1 januari 1999, ten minste € 312.200 bedroeg. Het Hof concludeert dat de vergelijkingsobjecten die door de Inspecteur zijn gebruikt, vergelijkbaar zijn met de woning van de belanghebbende, en dat er voldoende rekening is gehouden met de funderingsgebreken die door de belanghebbende zijn aangevoerd.
Uiteindelijk verklaart het Gerechtshof het beroep van de belanghebbende ongegrond en ziet het geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken door mr. Biemond, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Lader.