ECLI:NL:GHSGR:2003:AN7936

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2200008303
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Noordam
  • J. van Strien
  • P. Schaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor brutale overvallen en ramkraak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 september 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan twee brute overvallen op supermarkten en een ramkraak. De verdachte en zijn mededaders hebben zich tijdens de overvallen zeer bedreigend opgesteld tegenover het personeel, waarbij geweld niet werd geschuwd. Een personeelslid van C1000 liep als gevolg van het geweld een hoofdwond op, en personeel van de Aldi-supermarkt werd vastgebonden en bedreigd met een vuurwapen. Het hof heeft vastgesteld dat de slachtoffers grote angst hebben ervaren, wat kan leiden tot langdurige psychische gevolgen. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn daden en heeft enkel oog gehad voor financieel gewin.

Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard in het strafproces, maar heeft wel vastgesteld dat de schade het rechtstreekse gevolg is van de bewezenverklaarde feiten. De vordering van de benadeelde partij Vodafone City Point is toegewezen tot een bedrag van € 2.282,-. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en acht maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, terwijl andere feiten als bewezen zijn verklaard. De beslissing is genomen op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder is veroordeeld voor vergelijkbare misdrijven.

Uitspraak

rolnummer 2200008303
parketnummers 0975720202 en 0909189302
datum uitspraak 18 september 2003
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van
de rechtbank te 's-Gravenhage van 3 december 2002
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte]
1. Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 4 september 2003.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
3. Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 tweede alternatief, 2 tweede alternatief, 4, 5 en 6 tenlastegelegde vrijgesproken en terzake van het onder 1 eerste alternatief, 2 eerste alternatief, 3 en 7 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest, met beslissingen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en het inbeslaggenomene als nader in het vonnis omschreven.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
4. Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is kennelijk niet gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep genomen beslissing ten aanzien van het onder 4, 5 en 6 tenlastegelegde.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van het hof onderworpen.
5. Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
6. Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 7 primair is tenlastegelegd.
De verdachte moet derhalve hiervan worden vrijgesproken.
7. Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 7 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
Hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
8. Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
9. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 7 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van opzetheling.
10. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
11. Strafmotivering
De advocaat-generaal mr. De Wit heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het onder 1, 2, 3 en 7 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen H. [naam] en Vodafone City Point zullen worden toegewezen tot respectievelijk € 500,- en € 2.282,-, telkens met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel, en met teruggave een paar herenschoenen aan de verdachte, zoals vermeld op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een tweetal brute overvallen op supermarkten.
Verdachte en zijn mededaders hebben zich zeer bedreigend opgesteld tegen het daar aanwezige personeel en hebben het
gebruik van geweld daarbij niet geschuwd. Een personeelslid van C1000 heeft als gevolg van tegen hem gebruikt geweld een hoofdwond opgelopen. Het personeel van de Aldi-supermarkt
is vastgebonden; één van hen is met de loop van een pistool tegen zijn hoofd geslagen, terwijl een ander in zijn rug is geschopt. Uit de door hen afgelegde verklaringen blijkt dat de slachtoffers zeer bang zijn geweest gedurende de overval. Naar de ervaring leert kunnen dergelijke delicten grote psychische gevolgen veroorzaken bij de betrokkenen en ook elders in de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengen.
Verdachte heeft slechts oog gehad voor zijn financiële gewin, met voorbijgaan aan de gevolgen voor de slachtoffers van de gepleegde overvallen.
Verdachte heeft zich voorts met anderen schuldig gemaakt aan een ramkraak en aan opzetheling van de daarbij gebruikte personenauto, waardoor aanzienlijke financiële schade en overlast is veroorzaakt. Het hof rekent verdachte deze feiten temeer aan nu hij ter terechtzitting geen blijk van heeft gegeven het verwijtbare van zijn handelen in te zien.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 8 september 2003, meermalen is veroordeeld voor het plegen van misdrijven, waaronder gekwalificeerde vermogensmisdrijven, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is dan ook van oordeel dat alleen een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende reactie vormt.
12. Beslag
Ten aanzien van een paar herenschoenen, vermeld op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
13. Vordering tot schadevergoeding
13.1 In het onderhavige strafproces heeft [naam], postadres [adres] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 4 tenlastegelegde tot een bedrag van € 1.218,80.
In hoger beroep is deze vordering wederom aan de orde tot
dit in eerste aanleg gevorderde bedrag.
De verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij betwist.
Nu het aan de verdachte onder 4 tenlastegelegde thans in hoger beroep niet meer aan de orde is, waardoor de beslissing van de rechtbank terzake van deze vordering in rechte in stand blijft, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot vergoeding van de als gevolg van dat feit geleden schade.
Dit brengt mee, dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof begroot op nihil.
13.2 In het onderhavige strafproces heeft H.C. [naam], wonende te [adres], zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 7 tenlastegelegde tot een bedrag van€ 500,-.
In hoger beroep is deze vordering wederom aan de orde tot dit in eerste aanleg toegewezen bedrag.
De verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij betwist.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het onderhavige strafproces.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding. De benadeelde partij kan deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee, dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof begroot op nihil.
13.3 In het onderhavige strafproces heeft Vodafone City Point, gevestigd te Dordrecht, Sarisgang 2, zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 3 tenlastegelegde tot een bedrag van € 11.808,71.
In hoger beroep is deze vordering wederom aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 2.282,-.
De verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde schade is geleden en dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van het ten laste van de verdachte onder 3 bewezenverklaarde.
De vordering van de benadeelde partij, zoals hier thans nog aan de orde, zal derhalve worden toegewezen.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
14. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 57, 310, 311, 312, 317 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep -voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen- en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 7 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 7 subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezen-verklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIJF JAREN EN ACHT MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van een paar herenschoenen, zoals vermeld op de aan dit arrest vermelde lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
Verklaart de benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijk in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die de verdachte in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft gemaakt, welke kosten tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Verklaart de benadeelde partij H.C. [naam] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering tot schadevergoeding slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die de verdachte in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft gemaakt, welke kosten tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Vodafone City Point tot het gevorderde bedrag van € 2.282,- en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in verband met de vordering heeft gemaakt -welke kosten tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil- en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Dit arrest is gewezen door mrs. Noordam, Van Strien en Schaar, in bijzijn van de griffier mr. Hol.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 september 2003.
Mr. Schaar is buiten staat dit arrest te ondertekenen.