ECLI:NL:GHSGR:2003:AL3207
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Savelbergh
- M. de Fouw
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in belastingzaak tegen de heffingsambtenaar van de gemeente P
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 augustus 2003, betreft het een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z om de heffingsambtenaar van de gemeente P (de Inspecteur) te veroordelen in de proceskosten die zij heeft moeten maken in verband met een beroep bij het Gerechtshof. Het verzoek is gedaan op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. De Inspecteur had gesteld dat het beroep niet noodzakelijk was, omdat er nog een bezwaarfase openstond voor de belanghebbende. Het Gerechtshof heeft echter geoordeeld dat de noodzaak tot het instellen van het beroep niet uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van de belanghebbende. Het Hof heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 322, en de gemeente P aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. De uitspraak is mondeling gedaan en is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken. De belanghebbende had eerder een pro-forma beroepschrift ingediend ter behoud van rechten, omdat er geen nieuwe beschikking was afgegeven na een eerdere vernietiging door de Inspecteur. Het Hof concludeert dat de belanghebbende terecht in beroep is gekomen, omdat de Inspecteur niet aan de wettelijke vereisten heeft voldaan. De kosten van rechtsbijstand zijn vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, en het Hof heeft geen aanleiding gezien voor een hogere vergoeding. De uitspraak is definitief, en er is geen mogelijkheid tot cassatie tegen deze mondelinge uitspraak.