ECLI:NL:GHSGR:2003:AI0935

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
25 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2200489302
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Oosterhof
  • M. Aler
  • J. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank te Rotterdam inzake poging tot afpersing en diefstal met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 25 juni 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot afpersing en diefstal met geweld. De tenlastelegging omvat vier verschillende incidenten waarbij de verdachte, gewapend met een voorwerp dat op een vuurwapen leek, slachtoffers heeft bedreigd en gedwongen tot afgifte van geld. De feiten vonden plaats in de periode van 5 tot 12 juli 2002 in verschillende steden, waaronder Vlaardingen, Rotterdam en Schiedam. De verdachte heeft in totaal twee winkeliers beroofd en twee pogingen daartoe gedaan, waarbij hij niet terugdeinsde voor geweld. De slachtoffers hebben de gebeurtenissen als zeer bedreigend ervaren, wat heeft geleid tot langdurige psychische gevolgen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte planmatig te werk ging en dat zijn handelen een grote impact heeft gehad op de slachtoffers en de samenleving. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, maar het hof heeft deze straf in hoger beroep verhoogd naar zeven jaar, rekening houdend met de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. Het hof heeft ook beslist over de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een nepsnor en een pistool, en heeft de teruggave van andere in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de verbeurdverklaring van de nepsnor en de onttrekking aan het verkeer van het pistool uitgesproken.

Uitspraak

parketnummer 1001108602
datum uitspraak 25 juni 2003
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 1 november 2002 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte]
1. Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 11 juni 2003.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
3. Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, met beslissing omtrent het inbeslaggenomene als vermeld in het vonnis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
4. Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
5. Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
Hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
6. Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandig-heden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
7. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1 en 2: poging tot afpersing, meermalen gepleegd;
3: diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
4: diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
8. Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
9. Strafmotivering
De advocaat-generaal mr. Kaptein heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft in de tijd van een week bij een viertal verschillende gelegenheden, twee winkeliers beroofd en twee pogingen daartoe gedaan, waarbij hij er niet voor is teruggedeinsd om de slachtoffers met een op een schietwapen gelijkend voorwerp te bedreigen.
De verdachte is daarbij planmatig te werk gegaan, heeft enkele slachtoffers gedwongen op de grond te gaan liggen en een slachtoffer in een wurggreep genomen en vervolgens op de grond geduwd.
Deze feiten zijn door de slachtoffers als buitengewoon bedreigend ervaren en te verwachten valt dat zij nog geruime tijd zullen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan. Daarnaast brengen feiten als de onderhavige bij de burgers in het algemeen angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg. Verdachtes handelen verdient daarom een scherpe strafrechtelijke afkeuring.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 3 juni 2003, reeds meermalen is veroordeeld voor het plegen van dergelijke feiten, waarbij gevangenisstraffen van drie en vier jaren zijn opgelegd, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Het hof heeft moeten vaststellen dat de verdachte geen enkel blijk geeft van ander dan puur verbaal inleven in hetgeen hij de slachtoffers heeft aangedaan.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van een voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland, d.d. 24 september 2002, opgemaakt en ondertekend door S. van den Arend, Reclasseringswerker, en L. Martens, Unitmanager.
Het hof is -gelet op het bovenstaande- van oordeel dat alleen een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden aanmerkelijke duur een passende reactie vormt.
10. Beslag
Het inbeslaggenomen, aan de verdachte toebehorende voorwerp, te weten een nepsnor, kleur grijs, zal worden verbeurdverklaard, aangezien dit een voorwerp betreft hetwelk tot het begaan van het misdrijf bestemd is.
Het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een pistool, kleur zwart, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het een voorwerp betreft dat van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang en de feiten met behulp daarvan zijn begaan.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een bril, kleur zwart, merk Silhouette; een jas, kleur zwart; een GSM zaktelefoon, kleur grijs, merk Motorola star tec; een kaart van Gent; een werkhandschoen, kleur geel; en een tas, kleur rose, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 45, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIJF JAREN.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd een nepsnor.
Verklaart onttrokken aan het verkeer een pistool, kleur zwart.
Gelast de teruggave van een bril, kleur zwart, merk Silhouette; een jas, kleur zwart; een GSM zaktelefoon, kleur grijs, merk Motorola star tec; een kaart van Gent; een werkhandschoen, kleur geel; en een tas, kleur rose, aan de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mrs. Oosterhof, Aler en Heemskerk, in bijzijn van de griffier mr. Berkepeis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 juni 2003.
Mr. Heemskerk is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
------------------------------------
Bewezenverklaring
1. hij op 12 juli 2002 te Vlaardingen ter uitvoering van het voornemen om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van geld, toebehorende aan de Kijkshop,
- die [slachtoffer 1] in een wurggreep heeft (vast)gepakt en/of (vast) gehouden, en
- die [slachtoffer 1] bij de haren heeft vastgepakt en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp uit zijn jaszak heeft gepakt en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en
- die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voornemen niet is voltooid;
2. hij op11 juli 2002 te Rotterdam ter uitvoering van het voornemen om met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan de Kijkshop,
- die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] een op een vuurwapen gelijkende voorwerp heeft getoond en voorgehouden en
- dreigend aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft toegevoegd woorden van de strekking “Liggen, Liggen, Liggen” en
- dreigend aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft toegevoegd woorden van de strekking “Waar ligt het geld” en
- die [slachtoffer 3] bij een schouder heeft beetgepakt en naar de grond geduwd en
- een shirt van die [slachtoffer 3] over het hoofd heeft getrokken en
- dreigend aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft toegevoegd woorden van de strekking “geld, geld, kassa, kassa, sleutels”,
terwijl de uitvoering van dat voornemen niet is voltooid;
3. hij op 9 juli 2002 2002 te Vlaardingen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een winkelpand gelegen aan de […]straat], heeft weggenomen geld (ongeveer 170 euro) toebehorende aan [slachtoffer 5],
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- tonen en/of voorhouden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 5] en
- richten en gericht houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 5] en
- dreigend aan die [slachtoffer 5] toevoegend van woorden van de strekking: “Weg daar” en
- die [slachtoffer 5] bij haar T-shirt vastpakken;
4. hij op 5 juli 2002 te Schiedam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een winkelpand gelegen aan de […]weg, heeft weggenomen geld (ongeveer 900 euro) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of [winkelnaam] V.O.F., in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- tonen en/of voorhouden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 6] en
- richten en gericht houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 6] en
- dreigend aan die [slachtoffer 6] toevoegen van woorden van de strekking: “geef geld” en “Houd je muil, rustig onder de balie, houd je muil, blijf liggen” en
- die [slachtoffer 6] onder de balie duwen en
- (daarbij) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp richten op het hoofd van die [slachtoffer 6] en
- dreigend aan die [slachtoffer 6] toevoegen van woorden van de strekking “Blijf zitten”;