ECLI:NL:GHSGR:2003:AF8793
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Tromp
- M. Holdert
- Rechtspraak.nl
Beroep op buitengewone-lastenaftrek wegens uitgaven ter voorziening in levensonderhoud dochter
Op 4 april 2003 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de zaak van belanghebbende [X] tegen de Inspecteur, het hoofd van de eenheid Particulieren [P] van de Belastingdienst, over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999. Het geschil betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op een buitengewone-lastenaftrek wegens uitgaven die hij heeft gedaan ter voorziening in het levensonderhoud van zijn dochter. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 maart 2003 is vastgesteld dat belanghebbende zijn dochter financieel heeft ondersteund met een bedrag van ƒ 10.329, wat niet ter discussie staat. De kern van het geschil ligt in de vraag of belanghebbende zich redelijkerwijs gedrongen kon voelen om deze ondersteuning te bieden en of hij recht heeft op aftrek op basis van het vertrouwensbeginsel.
Het Hof overweegt dat belanghebbende geen inzicht heeft gegeven in het uitgavenniveau van zijn dochter en dat zij in 1999 beschikte over een eigen woning en een spaartegoed van circa ƒ 4.000. Hierdoor heeft het Hof geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zich objectief bezien gedrongen kon voelen om zijn dochter financieel te ondersteunen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt echter, omdat de Inspecteur in voorgaande jaren een bepaald standpunt heeft ingenomen dat door belanghebbende als betrouwbaar werd ervaren. Het Hof concludeert dat de aanslag moet worden verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 107.234 en dat het griffierecht van € 29 aan belanghebbende moet worden vergoed.
De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen vier weken na de verzenddatum verzoeken om een schriftelijke uitspraak ter vervanging van de mondelinge uitspraak. Het Hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien niet is gebleken dat belanghebbende dergelijke kosten heeft gemaakt. De mondelinge uitspraak is gedaan door mr. Tromp en mr. Holdert, die als waarnemend griffier optrad.