ECLI:NL:GHSGR:2002:AF9528

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
455-H-02
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Dusamos
  • J. Labohm
  • M. Zonnenberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep alimentatie en ontvankelijkheid in civiele procedure

In deze zaak heeft de man, wonende te Leiden, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 25 maart 2002, betreffende de alimentatie die hij aan de vrouw, eveneens wonende te Leiden, dient te betalen. De man heeft verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, voor zover het de alimentatie betreft, en heeft daarnaast een verzoek ingediend om de alimentatie te verlagen naar € 135,- per maand, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.

De ontvankelijkheid van de zaak is op 20 december 2002 mondeling behandeld. De procureur van de vrouw was aanwezig, maar de man en zijn procureur zijn niet verschenen, ondanks dat zij daartoe behoorlijk waren opgeroepen. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet heeft voldaan aan de verzoeken om de bestreden beschikking en het verzoek in eerste aanleg over te leggen, ondanks herhaalde verzoeken van het hof in brieven van 14 augustus 2002 en 9 september 2002. Het hof oordeelt dat het voor een goede beoordeling van de zaak noodzakelijk is dat deze stukken tijdig beschikbaar zijn.

Aangezien de man geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om zijn verzuim te herstellen, heeft het hof geoordeeld dat hij niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op de beginselen van behoorlijk procesrecht, zoals vastgelegd in artikel 34 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in samenhang met het rekestreglement. De beslissing is genomen door de rechters A. Dusamos, J. Labohm en M. Zonnenberg, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 december 2002.

Uitspraak

Uitspraak : 20 december 2002
Rekestnummer : 455-H-02
Rekestnr. rechtbank : onbekend
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[de man],
wonende te Leiden,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. G.P. Veldhuis,
tegen
[de vrouw],
wonende te Leiden,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. A.B. Sluijs.
PROCESVERLOOP
De man is op 24 juni 2002 in hoger beroep gekomen van een beschik-king van de rechtbank te 's-Gravenhage van 25 maart 2002.
Op 20 december 2002 is de ontvankelijkheid van de zaak mondeling behandeld. Verschenen is de procureur van de vrouw. De man en zijn procureur en de vrouw zijn, hoewel daar-toe behoor-lijk opge-roepen, niet versche-nen.
DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, voorzover het de door de man aan de vrouw te betalen alimentatie betreft en opnieuw beschikkende het inleidend verzoek van de vrouw af te wijzen, dan wel te bepalen dat de man vanaf de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand € 135,- per maand aan de vrouw dient te voldoen. De man heeft evenwel nagelaten de bestreden beschikking en het verzoek in eerste aanleg over te leggen, hoewel het hof de man daar bij herhaling om heeft verzocht bij brieven van 14 augustus 2002 en 9 september 2002. Nu de man geen gebruik heeft gemaakt van de door het hof geboden gelegenheid zijn verzuim te herstellen en het voor een goede beoordeling en een adequate voorbereiding van de (inhoudelijke) behandeling noodzakelijk is dat het hof uiterlijk op de dag voorafgaande aan de bepaalde mondelinge behandeling de beschikking heeft over de bedoelde stukken, is het hof van oordeel dat de man wegens strijd met de beginselen van behoorlijk procesrecht niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen. Het hof verwijst hierbij naar artikel 34 Rv in samenhang met het rekestreglement.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Dusamos, Labohm en Zonnenberg, bijge-staan door mr. Groenleer als griffier en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 20 december 2002.