ECLI:NL:GHSGR:2002:AF9528
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- J. Labohm
- M. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep alimentatie en ontvankelijkheid in civiele procedure
In deze zaak heeft de man, wonende te Leiden, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 25 maart 2002, betreffende de alimentatie die hij aan de vrouw, eveneens wonende te Leiden, dient te betalen. De man heeft verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, voor zover het de alimentatie betreft, en heeft daarnaast een verzoek ingediend om de alimentatie te verlagen naar € 135,- per maand, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.
De ontvankelijkheid van de zaak is op 20 december 2002 mondeling behandeld. De procureur van de vrouw was aanwezig, maar de man en zijn procureur zijn niet verschenen, ondanks dat zij daartoe behoorlijk waren opgeroepen. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet heeft voldaan aan de verzoeken om de bestreden beschikking en het verzoek in eerste aanleg over te leggen, ondanks herhaalde verzoeken van het hof in brieven van 14 augustus 2002 en 9 september 2002. Het hof oordeelt dat het voor een goede beoordeling van de zaak noodzakelijk is dat deze stukken tijdig beschikbaar zijn.
Aangezien de man geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om zijn verzuim te herstellen, heeft het hof geoordeeld dat hij niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op de beginselen van behoorlijk procesrecht, zoals vastgelegd in artikel 34 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in samenhang met het rekestreglement. De beslissing is genomen door de rechters A. Dusamos, J. Labohm en M. Zonnenberg, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 december 2002.