ECLI:NL:GHSGR:2002:AE5311
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- M. Vrij
- A. de Groot
- J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake beslag op documenten van Hosam Yassin Ghadban
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 mei 2002 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Hosam Yassin Ghadban tegen de Staat der Nederlanden. Ghadban, verblijvende te Rotterdam, was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de president van de rechtbank 's-Gravenhage, dat op 19 september 2001 was gewezen in kort geding. Ghadban had in oktober 2001 beslag laten leggen op zijn documenten, waaronder een Syrisch paspoort, na zijn aanhouding op de luchthaven Schiphol op verdenking van het in bezit hebben van een vals reisdocument. Hij vorderde in kort geding de Staat te gebieden tot afgifte van de documenten, dan wel maatregelen te treffen zodat hij ongestoord kon terugreizen naar de Verenigde Staten, waar hij sinds 1998 legaal verblijft en werkt als computerprogrammeur.
De president van de rechtbank had de vorderingen van Ghadban afgewezen, met de overweging dat hij de procedure van artikel 552a Sv had gevolgd en dat de Staat niet verplicht was om maatregelen te treffen voor zijn terugreis. Ghadban voerde in zijn grieven aan dat de president onvoldoende rekening had gehouden met de spoedeisendheid van de zaak en dat er geen ruimte was voor de inbeslagneming van niet-reisdocumenten. Het hof oordeelde dat de beklagprocedure van artikel 552a Sv voldoende waarborgen biedt en dat Ghadban niet tijdig cassatieberoep had ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de president en oordeelde dat de grieven van Ghadban falen. Ghadban werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor betrokkenen om tijdig gebruik te maken van rechtsmiddelen en de beperkingen van de rechtsgang in kort geding.