ECLI:NL:GHSGR:2002:AE3702
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- mr. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake belastingaanslag en betalingsregeling
Op 31 mei 2002 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, aangeduid als X te Z, had een voorlopige voorziening aangevraagd met betrekking tot een bericht van de ontvanger van de Belastingdienst, gedateerd 3 mei 2002. In dit bericht werd medegedeeld dat de ontvanger niet akkoord ging met de door verzoeker voorgestelde betalingsregeling voor de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 1999. De ontvanger kondigde aan het verschuldigde bedrag te zullen verrekenen met de voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor 2002.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is, gelet op de betrokken belangen. Echter, het hof concludeerde dat het verzoek niet ontvankelijk was, omdat het bericht van de ontvanger geen 'voor bezwaar vatbare beschikking' opleverde. Dit betekent dat het gerechtshof niet bevoegd was om in de hoofdzaak te oordelen.
De voorzieningenrechter heeft verder aangegeven dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaard om het verzoek om een voorlopige voorziening te behandelen. De uitspraak is op 31 mei 2002 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.