ECLI:NL:GHSGR:2002:AE2897
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Bruijn-Lückers
- A. Pannekoek-Dubois
- J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige en ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 maart 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige en de ondertoezichtstelling. De moeder, verzoeker in hoger beroep, had eerder een verzoek ingediend tegen de beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank te Rotterdam van 18 en 27 juli 2001, die machtigingen verleenden voor de uithuisplaatsing van de minderjarige. De minderjarige, geboren in 1999, woonde sinds de feitelijke scheiding van de ouders in april 2001 bij de moeder, maar werd op 19 juli 2001 in een crisispleeggezin geplaatst. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze uithuisplaatsing, en de kinderrechter had dit verzoek goedgekeurd.
Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 5 december 2001 heeft de moeder aangegeven dat haar appel ook gericht was tegen een eerdere beschikking van 12 oktober 2001, waarin de ondertoezichtstelling was uitgesproken. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor de uithuisplaatsing impliciet ook de gronden voor de ondertoezichtstelling bevestigden. Hierdoor werd de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen de OTS-beschikking, omdat het hof al eerder had geoordeeld over de noodzaak van de uithuisplaatsing.
Het hof heeft ten overvloede opgemerkt dat, indien de moeder ontvankelijk zou zijn geweest, de bestreden beschikking op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting zou zijn bekrachtigd. De beslissing van het hof was dus dat de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep, en deze uitspraak werd gedaan door de rechters M. de Bruijn-Lückers, A. Pannekoek-Dubois en J. Jansen, met mr. Philippa als griffier.