ECLI:NL:GHSGR:2002:4
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Schellen
- J. Schmitz
- A. Mees
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van werkgever voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen en gezondheidsschade
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 september 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van de Nederlandse Unilever Bedrijven B.V. voor de gezondheidsschade van [appellant], die stelt dat hij tijdens zijn werkzaamheden in het researchlaboratorium van Unilever is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, waaronder nikkelverbindingen en organische oplosmiddelen. De zaak is voortgekomen uit een eerder arrest van de Hoge Raad van 17 november 2000, waarin het principale beroep van Unilever werd verworpen en het geding naar het hof werd verwezen voor verdere behandeling.
[Appellant] vordert schadevergoeding voor materiële en immateriële schade die hij stelt te hebben geleden door nikkelaandoeningen en oplosmiddelenvergiftiging, veroorzaakt door zijn blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de periode van 1975 tot en met 1984. Unilever betwist de claims van [appellant] en heeft aangevoerd dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn gezondheidsschade. Het hof heeft [appellant] toegelaten tot het bewijs van zijn claims, maar heeft ook Unilever de gelegenheid gegeven om aan te tonen dat zij haar zorgplicht heeft nageleefd.
Het hof heeft besloten een comparitie van partijen te gelasten om te overleggen over de aanpak van de bewijslevering. Hierbij is het hof van mening dat deskundigen kunnen worden ingeschakeld om de claims van beide partijen te onderbouwen. De comparitie is gepland voor 12 november 2002. Het hof heeft benadrukt dat de bewijslevering van cruciaal belang is voor de uitkomst van de zaak, en dat beide partijen hun standpunten en bewijsstukken zorgvuldig moeten voorbereiden voor de comparitie.