ECLI:NL:GHSGR:2000:AE0079

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
10-020048-98
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Hamaker
  • W. Wurzer
  • P. van Strien
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake afpersing en diefstal in vereniging met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 februari 2000 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] en thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting 'De Schie' te Rotterdam, is beschuldigd van meerdere feiten van afpersing en diefstal in vereniging met geweld. De tenlastelegging omvatte onder andere het dwingen van medewerkers van verschillende cafés en winkels tot afgifte van geld en goederen door middel van bedreiging met geweld, waaronder het gebruik van vuurwapens. De verdachte heeft deelgenomen aan een serie gewapende overvallen in 1998, waarbij slachtoffers werden bedreigd en geweld werd gebruikt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan de hem tenlastegelegde feiten en heeft de gevangenisstraf vastgesteld op zeven jaar, met toewijzing van schadevergoedingen aan benadeelde partijen. De psychologische rapportage over de verdachte wees op een verminderd toerekeningsvatbaarheid, maar het hof oordeelde dat dit niet leidde tot een andere strafmaat. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

rolnummer 2200219799
parketnummer 1002004898
ad informandum 1002004898 en 1001200999
datum uitspraak 7 februari 2000
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 27 augustus 1999 in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in de penitentiaire Inrichting "De Schie" te Rotterdam.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie is gevoegd in dit arrest.
Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder I, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
Bijlage
1.
hij op 16 mei 1998 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
-heeft gedwongen tot afgifte van sieraden toebehorende aan [naam] een andere of anderen dan aan de verdacht of zijn mededader(s)
en
met het oogmerk van wederechtelijke toeeigening heeft weggenomen geld toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen medewerker(s) van [naam] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld bestond uit het:
-richten van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die medewerker(s) en
-dreigend aan die medewerker(s) toevoegen van de woorden: “Stilte, stilte, geld, we willen geld” en “Straks schiet ik zomaar een van jullie neer” en “Je moet snel antwoord geven anders schiet ik jullie allemaal kapot” althans woorden van gelijkende dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op 16 mei 1998 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen
-met het oogmerk om zich en/of ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van café [naam] heeft gedwongen tot afgifte van geld toebehorende aan een ander of anderen dan aan de verdachte en/of zijn mededaders, welke bedreiging met geweld bestond uit:
-het richten en gericht houden van een vuurwapen op die [naam medewerker] en
-aan die medewerker dreigend toevoegen van de woorden: “Geef de inhoud van de kassa” en “Haal de gokkast maar leeg” althans woorden van gelijkende dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op 18 april 1998 te Schiedam op de openbare weg te weten tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een laptop toebehorende aan een ander en/of anderen dan aan verdachte en mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestond uit het:
-die [slachtoffer] bij een arm vastpakken en
-richten van een vuurwapen op die [slachtoffer] en
-aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: “Ik vlam je af” en “Zij is gek. Schiet haar neer, schiet haar neer” althans woorden van gelijkende dreigende aard en/of strekking en
-die [slachtoffer] meetrekken en trappen in de buik van die
4.
hij op 12 mei 1998 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijk toeeigening heeft weggenomen geld en een portemonnee (met inhoud) en een pinpas toebehorende aan anderen dan de verdachte en/of zijn mededader(s) welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer(s)] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld met bestond uit het:
-richten van een vuurwapen op die [slachtoffer(s)]
-aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] dreigend toevoegen van de woorden : “Liggen, geld” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
5.
hij op 3 juni 1998 te Schiedam op de openbare weg, te weten het [straatnaam] tezamen met in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een portemonnee en/of een GSM-telefoon en een bos sleutels toebehorende aan [naam] welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit het:
-die [slachtoffer] vastpakken en uit zijn auto trekken en richten van een vuurwapen op die [slachtoffer] en
-aan het die [slachtoffer] dreigend toevoegen van de woorden: “Liggen liggen, je broek naar beneden”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
-duwen van een vuurwapen tegen de nek van die [slachtoffer] en
-die [slachtoffer] dreigend toevoegen van de woorden: “Waar is je geld” en “We willen je geld” en “Kop houden, anders schiet ik je koop eraf” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
-doorladen van een vuurwapen, in de nabijheid van die [slachtoffer]
6.
hij op 12 juni 1998 te Schiedam in een filiaal van Free record Shop, gelegen aan de [straatnaam] tezamen en in vereniging met een ander een hoeveelheid geld en/of platenbonnen, in elk geval geheel of ten dele toebehorend aan Free Record Shop B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan de verdachte en/of zijn mededader(s)
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld met het oogmerk om zich en een ander wederechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffers] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en platenbonnen toebehorende aan de Free Record Shop
welk voornoemd geweld en/of welke voornoemde bedreiging met geweld bestond uit het
-binnendringen in dat filiaal en
-naar de grond brengen van die [slachtoffer] en
-tonen en voorhouden van een vuurwapen en
-toevoegen aan die [slachtoffer] van de woorden: “Je moet die kluis openmaken” en “Maak die andere deur ook open”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
-dreigen met een mes te prikken en die [slachtoffer]haar mond dicht te plakken
7.
hij op 25 juni te Schiedam in een café aan de [straatnaam] tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van de door verdachte en zij mededaders voorgenomen misdrijven met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld in dat café aanwezige personen te dwingen tot de afgifte van goederen toebehorende aan een ander dan de verdachte en zijn mededader(s) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen geld en of goederen toebehorende aan anderen dan de verdachte en/of zijn mededader(s) en deze diefstal te doen voorafgaan en vergezellen van bedreiging met geweld tegen in dat café aanwezige personen
één en ander met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken hebbende hij verdachte en zijn mededader(s):
-een bivakmuts over het hoofd, althans een voor vermomming geschikt voorwerp gdragen en
-een vuurwapen en een mes aan in dat café aanwezige personen getoond en
-een vuurwapen doorgeladen en/of
-dreigend aan die in dat café aanwezige personen toegevoegd de woorden : “Dit is een overval” en “Geld, geld” en “Schieten, schieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekkingen
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier bewezen is verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- enlof schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachet het beweZenverklaarde heeeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling vanhet arrest met de bewijsmiddelen vereist een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 6:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 1 enfeit 4
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van de feiten 3 en 5:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt
gepleegd op de openbare weg, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen pleegd;
ten aanzien van feit 7.
poging tot
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd,
en
diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen perzsonen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De verdachte is in eerste aanleg terzake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren, met aftrek van voorarrest.
Tevens zijn de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen tot de volgende bedragen:
-[benadeelde partij 1] tot een bedrag van f 2.500,
-[benadeelde partij 2] tot een bedrag van f 10.050
-Free Record Shop BV tot een bedrag van f 5.000,-
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte terzake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder zij zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft deel uitgemaakt van een groep jonge mannen van min of meer dezelfde leeftijd, die gedurende een periode in 1998, voornamelijk in Schiedam, maar ook in Vlaardingen en Rotterdam een groot aantal gewapende overvallen heeft gepleegd. Doelwit waren over het algemeen cafés, cafetaria's, videotheken en sexshops. Tweemaal zijn er personen op de openbare weg overvallen.
In soms wisselende samenstelling, altijd met een of meer mededaders, hebben de leden van de groep hun slachtoffers, de eigenaren, werknemers, bezoekers en klanten, geld, sieraden en andere waardevolle voorwerpen afhandig gemaakt, waarbij de overvallers bijna steeds gemaskerd waren met bivakmutsen of een andere vermomming droegen en waarbij niet werd geschroomd met doorgeladen-vuurwapens te dreigen. In een geval is er, toen een worsteling ontstond tussen een der overvallers en een klant in een café, een schot uit een riotgun afgegaan, waardoor een andere bezoekster van het café aan het hoofd is geraakt..
Ten aanzien van de verdachte overweegt het hof meer in het bijzonder het volgende.
Deze verdachte heeft deelgenomen aan 10 van de 31 door de groep gepleegde overvallen. Al deze overvallen werden samen met een of meer anderen gepleegd. De ernst van deze feiten behoeft in het licht van het voorgaande geen nadere bespreking Na de gewelddadige poging tot overval op café waarbij verdachte de riotgun in handen had, waaruit tijdens een, worsteling een schot is gelost, waardoor één der cafébezoekers gewond is geraakt, is de verdachte uit de groep gestapt.
Het hof heeft kennis genomen van de d.d. 15 maart 1999 omtrent de verdachte uitgebrachte psychologische rapportage, opgemaakt door drs J.J. van der Weele. Deze deskundige concludeert dat in de opvoedingssituatie van de verdachte duidelijke aanwijzingen te zien zijn voor zowel affectieve als pedagogische verwaarlozing. Uit de onderzoeksbevindingen komt de verdachte naar voren als een tamelijk labiele en angstige jongeman. Zijn persoonlijkheidsbeeld vertoont een duidelijke scheefgroei. Zijn incasseringsvermogen ligt lager dan gemiddeld genomen het geval is en manipulatie c.q. bedreigingen van zijn persoon kunnen meer invloed op hem hebben. Deze bevindingen leiden de deskundige tot het oordeel dat de verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
De deskundige acht de kans op herhaling gering. Feitelijk had de verdachte zich al voor zijn aanhouding afgekeerd van het plegen van strafbare feiten en hij lijkt in staat om na de detentie een meer sociaal geaccepteerd bestaan op te bouwen. Ondersteuning door de reclassering, al dan niet verplicht, wordt door deze deskundige als wenselijk gezien.
De bevindingen van deze deskundige worden door het hof onderschreven en tot de zijne gemaakt. Gelet op de duur van de op te leggen gevangenisstraf is er echter geen mogelijkheid het reclasseringscontact een verplicht karakter te geven. Verdachte dient derhalve na zijn detentie zelf hulp en steun te vragen aan de reclassering.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep erkend dat hij zich ook heeft schuldig gemaakt aan andere, niet tenlastegelegde feiten.
Die feiten zijn door het openbaar ministerie onder de parketnummers 1002004898 en 1001200999 bij deze strafzaak gevoegd met het oog op de aan de verdachte op te leggen straf.
Het hof heeft op deze feiten acht geslagen bij de beslissing over de straf, waarbij het ervan is uitgegaan dat de verdachte terzake van die feiten niet afzonderlijk zal worden vervolgd.
Al het vorenstaande afwegende, is het hof van oordeel dat in de strafoplegging ten opzichte van de door de advocaat-generaal gevorderde straf enige matiging op haar plaats is. Met de duur van de na te noemen gevangenisstraf wordt optimaal rekening gehouden met alle aspecten die ten aanzien van de verdachte gelden:
genoegdoening ten opzichte van de slachtoffers en van de samenleving als geheel en aandacht voor de persoon van de verdachte.
Het hof is dan ook van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van na te melden duur een passende reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding
[benadeelde partij 1] gevestigd te Rotterdam, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het geding over deze strafzaak en heeft een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade tot een bedrag van f 24.000,-.
De benadeelde partij heeft slechts aangetoond dat door deze tot een bedrag van f 2.500,- materiële schade is geleden. Aannemelijk is dat deze schade het gevolg is van het onder 1 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij kan dus tot dat bedrag worden toegewezen in voege als hierna vermeld. Voor het overige is de vordering van deze benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard, dat dit onderdeel van die vordering zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet hierop zal worden bepaald dat deze benadeelde partij daarin nietontvankelijk is en dit deel van de vordering slechts bij de. burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 2] wonende te [straatnaam] heeft zich als benadeelde partii gevoegd in het geding over deze strafzaak en heeft een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade tot een bedrag van f 10.050,-.
De benadeelde partij heeft slechts aangetoond dat door deze tot een bedrag van f 2.500,- immateriële schade is geleden.
Aannemelijk is dat deze schade het gevolg is van het onder 1 bewezenverklaarde.
De vordering van de benadeelde partij kan dus tot dat bedrag worden toegewezen in voege als hierna vermeld.
Voor het overige is de vordering van deze benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard, dat dit onderdeel van die vordering zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet hierop zal worden bepaald dat deze benadeelde partij daarin nietontvankelijk is en dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Free Record Shop BV, gevestigd te Capelle aan den IJssel, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het geding over deze strafzaak en heeft een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade tot een bedrag van f 5.000,-. De verdachte heeft deze vordering niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarom moet die vordering worden toegewezen in voege als hierna vermeld.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47, 57, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder I, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte te dier zake strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ZEVEN JAREN.
Bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht,voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] tot een bedrag van f 2.500, (vijfentwintighonderd gulden) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat dit deel slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tot een bedrag van f 2.500, (vijfentwintighonderd gulden)) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat dit deel slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Free Record Shop BV tot een bedrag van f 5.000,m (vijfduizend gulden) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moeten maken.
Bepaalt dat verdachte tegenover elk der benadeelde partijen zal zijn bevrijd, voorzover elk van hen door (een van) zijn mededader(s) van het betreffende feit zal zijn voldaan.
Dit arrest is gewezen door mrs Hamaker, Wurzer en Van Strien, in bijzijn van de griffier mr Mos.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 7 februari 2000.
Mr Van Strien is buiten staat dit arrest te ondertekenen.