Rolnummer 2200088800
parketnurnmer 0992681499
datum uitspraak 21 september 2000
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 17 maart 2000 in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te '[plaats] op [...] 1977,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage (Unit 11).
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2000.
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen bij inleidende dagvaarding, zoals op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering nader omschreven, vermeld staat en van welke inleidende dagvaarding en nadere omschrijving tenlastelegging een kopie in dit arrest is gevoegd.
Beoordeling van het vonnis
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt.
1.
hij op 13 oktober 1999 te Leidschendam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/ of andere goederen van hun gading, toebehorende aan [slachtoffer] en/ of [slachtoffer],
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en zijn mededader(s)
-naar die woning zijn toegegaan met medeneming van een bivakmuts en nylonkousen en een wapen en
-die woning binnen zijn gedrongen en
-die [slachtoffer] hebben geslagen en geschopt en
-die [slachtoffer] hebben bedreigd met een wapen en
-een wapen tegen het gezicht van die [slachtoffer] hebben gehouden/ geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 6 oktober 1999 te Leidschendam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen geld en een kluis toebehorende aan [slachtoffer];
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1 Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2 Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
De verdachte is in eerste aanleg terzake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest, met beslissing omtrent het inbeslaggenomene als vermeld in het vonnis en tot betaling van de schade geleden door de benadeelde partijen als nader in het vonnis omschreven.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte terzake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest, met afwijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen en met beslissing omtrent het inbeslaggenomene als vermeld in het vonnis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft samen met anderen een diefstal gepleegd in een woning. Een week later is verdachte met anderen teruggegaan naar dezelfde woning om daar wederom te halen wat van hun gading was. Tevoren was afgesproken, dat indien er iemand thuis zou zijn deze persoon "zou worden gepakt".
Toen de eigenaar van de woning en zijn vrouw thuis bleken te zijn hebben de verdachte en zijn mededaders de eigenaar overvallen en veel geweld gebruikt om geld te krijgen. De eigenaar is met een dubbelloops hagelgeweer en een pistool bedreigd, geslagen met een knuppel en geschopt.
Het slachtoffer heeft daarbij lichamelijk letsel opgelopen in zijn gezicht en aan zijn hand.
Daarbij is door de verdachte en zijn mededaders voorbijgegaan aan de psychische gevolgen die een dergelijke beroving heeft op slachtoffers.
Dit feit moet worden aangemerkt als een brutale en grof gewelddadige vorm van criminaliteit, waarbij nog komt dat dergelijke feiten niet alleen hevige angstgevoelens wekken maar ook daarna nog een langdurige psychische nawerking hebben op degenen die deze hebben moeten ondergaan.
Het hof houdt -in het voordeel van verdachte - rekening met het feit dat verdachte niet eerder voor dergelijke geweldsdelicten met justitie in aanraking is gekomen. Het heeft tevens acht geslagen op de door de Reclassering Nederland, Unit Den Haag, omtrent verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapportage d.d. 18 januari 2000 en 28 februari 2000.
Het hof is dan ook van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van na te melden duur een passende reactie vormt.
De inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 1 stk pet kl grijs met oorkleppen en 1 stk panty kl: zwart (kennisgeving van inbeslagneming), zullen worden verbeurdverklaard, aangezien met deze aan de verdachte toebehorende voorwerpen het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit is gepleegd.
Bij de vaststelling van de bijkomende straf van verbeurdverklaring is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Ten aanzien van de overige inbeslaggenomen voorwerpen behoort te worden beslist als hierna zal worden aangegeven.
Ontvankelijkheid van de vordering van de benadeelde partij
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde partij] en [benadeelde partij] niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het onderhavige strafgeding. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen en deze slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit brengt mee dat de benadeelde partijen dienen te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte heeft moeten maken in verband met zijn verdediging tegen die vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 45, 57, 63, 310, 311 en312 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte te dier zake strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
Bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd 1 stk pet kl grijs met oorkleppen en 1 stk panty kl: zwart.
Gelast de teruggave van 1 stk sportschoenen (NIKE linker) en 1 stk sportschoenen (NIKE rechter) aan de verdachte.
Gelast de teruggave van 1 stk kentekenplaat met kenteken [kenteken] aan [benadeelde partij] te 's-Gravenhage.
Bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde partij] en [benadeelde partij] niet-ontvankelijk zijn en dat deze hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde partij] en [benadeelde partij] in de kosten die de verdachte in verband met de verdediging tegen die vordering heeft gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op f 0,00 (nihil).
Dit arrest is gewezen door mrs Dusamos, Aler en Raven,
in bijzijn van de griffier Van der Mark.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het van 21 september 2000.