ECLI:NL:GHSGR:1994:AA4517
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. Krans
- B.W. Biemond
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen onroerend-goedbelastingen tramremise te 's-Gravenhage
In deze zaak gaat het om een beroep van de naamloze vennootschap N.V. X te Z tegen de uitspraak van de Directeur der Gemeentebelastingen van de gemeente 's-Gravenhage betreffende aanslagen onroerend-goedbelastingen voor het jaar 1990. De aanslagen zijn opgelegd voor het genot krachtens zakelijk recht en het feitelijke gebruik van de tramremise 'Scheveningen' te 's-Gravenhage. De belanghebbende is in beroep gegaan tegen de handhaving van deze aanslagen door de Directeur. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 oktober 1994 zijn de gemachtigde van de belanghebbende en de Directeur verschenen, waarbij de gemachtigde een pleitnota heeft overgelegd. De Directeur heeft een stuk ingediend, waartegen geen bezwaar is gemaakt door de belanghebbende.
De kern van het geschil betreft de vraag of de tramremise als een zelfstandig belastingobject moet worden beschouwd en of de vrijstelling voor openbaar vervoer per rail van toepassing is. De belanghebbende stelt dat de remise deel uitmaakt van een vrijgesteld belastingobject, terwijl de Directeur betwist dat de remise een zelfstandig object vormt. Het Hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet de zakelijke gerechtigde is van de buiten het terrein van de remise gelegen trambanen en dat de gemeente 's-Gravenhage niet als genothebbende kan worden aangemerkt. Het Hof concludeert dat de remise als een afzonderlijk onroerend goed moet worden beschouwd en dat de vrijstelling niet van toepassing is. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de Directeur wordt bevestigd.