ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Geen belang meer bij vordering in kort geding vanwege beslissing in bodemzaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat was ingesteld door de man tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De man had in eerste aanleg gevorderd dat de vrouw haar medewerking zou verlenen aan een vakantie met hun minderjarige kinderen naar Australië van 16 december 2012 tot 3 januari 2013. De voorzieningenrechter had deze vordering afgewezen, onder meer omdat de vrouw twijfels had over de veiligheid van de kinderen en de man onvoldoende garanties had gegeven voor een tijdige terugkeer naar Nederland. De man ging in hoger beroep, maar het hof oordeelde dat hij geen spoedeisend belang meer had bij zijn vordering, aangezien er inmiddels een beschikking was gegeven in de bodemzaak die de vakantieplannen al had goedgekeurd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter, maar compenseerde de proceskosten, zodat ieder van de partijen zijn eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldigheid bij het aanvragen van toestemming voor vakanties met minderjarigen en de rol van de rechter in het waarborgen van de belangen van de kinderen.