ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7396
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- A.W. Beversluis
- K.R. Kuiken
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot machtiging leningsovereenkomsten door bewindvoerder
In deze zaak heeft de bewindvoerder van de moeder verzocht om machtiging om leningsovereenkomsten aan te gaan met de kinderen van de rechthebbende. Dit verzoek is zowel door de rechtbank als het hof afgewezen. De bewindvoerder heeft in een eerdere tussenbeschikking de gelegenheid gekregen om een medische verklaring van de moeder, [belanghebbende 1], in te dienen. Het hof heeft vastgesteld dat [belanghebbende 1] niet in staat is om toestemming te verlenen voor het verzoek van de bewindvoerder, en heeft daarom besloten om haar niet te horen.
De bewindvoerder heeft verzocht om machtiging tot het sluiten van leningsovereenkomsten met de kinderen van de rechthebbende, onder voorwaarden die in een conceptovereenkomst zijn opgenomen. Het hof heeft echter geoordeeld dat het verzoek moet worden afgewezen. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en voegt hieraan toe dat het verzoek is gedaan met het oog op een geleidelijke overheveling van vermogen om erfbelasting te besparen. Het hof heeft echter niet kunnen vaststellen dat de kinderen van de rechthebbende na haar overlijden recht hebben op het vermogen waar het verzoek betrekking op heeft.
Bovendien is het hof van mening dat er onvoldoende zekerheid is dat bij het overlijden van [belanghebbende 1] iedereen zijn rechtmatige deel van de nalatenschap zal ontvangen. Het hof heeft ook opgemerkt dat er geen clausule is opgenomen die voorziet in de opeisbaarheid van de verstrekte bedragen in geval van nood, wat niet in het belang van [belanghebbende 1] is. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, voor zover deze aan hoger beroep onderworpen was.