ECLI:NL:GHLEE:2012:BY2543
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Breemhaar
- K.M. Makkinga
- I. Tubben
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de term 'legronde' in een overeenkomst tot verzorging van kippen
In deze zaak gaat het om de uitleg van de term 'legronde' in een overeenkomst tussen [appellante] en [geïntimeerde] voor de verzorging van kippen. De overeenkomst, die mondeling werd aangegaan, hield in dat [geïntimeerde] 20.000 kippen zou verzorgen gedurende een gehele legronde tegen een vergoeding van € 30.000,- exclusief BTW. De legronde is de periode waarin de kippen worden verzorgd, beginnend na de opfok en eindigend bij de slacht. De partijen hebben geen specifieke afspraken gemaakt over de duur van de legronde, wat leidde tot een geschil over de betaling na de beëindiging van de overeenkomst op 2 januari 2008.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van [geïntimeerde] tot betaling van een bedrag van € 4.204,- toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten. [appellante] ging in hoger beroep en voerde aan dat de gemiddelde duur van een legronde 427 dagen bedraagt, en dat hij daarom niets meer aan [geïntimeerde] verschuldigd was. Het hof oordeelde echter dat de feitelijke duur van de legronde bepalend is voor de vergoeding, en dat [geïntimeerde] recht had op een vergoeding van € 28.374,-, waarbij [appellante] nog € 3.533,51 moest betalen.
Het hof benadrukte dat de uitleg van de overeenkomst moet plaatsvinden aan de hand van de redelijke verwachtingen van beide partijen, en dat er geen bewijs was dat [geïntimeerde] tekortgeschoten was in de uitvoering van de overeenkomst. De grief van [appellante] werd verworpen, en het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen, waarbij [appellante] werd veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.