ECLI:NL:GHLEE:2012:BX4376
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- H. Warnink
- C.J.J.C. van Nispen
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling en de ontvanger in het kader van budgetbeheer
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil over onverschuldigde betaling. De Ontvanger van de Belastingdienst Haaglanden had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, waarin was beslist dat de gemeente Groningen, in het bijzonder de Groningse Kredietbank, het bedrag van € 4.948,03 dat per vergissing door de Belastingdienst was overgemaakt, namens de cliënt [geïntimeerde 2] had ontvangen. De zaak had zijn oorsprong in een overeenkomst van budgetbeheer tussen de gemeente en [geïntimeerde 2], waarbij de kredietbank was gemachtigd om alle inkomsten van [geïntimeerde 2] in ontvangst te nemen.
De rechtbank had geoordeeld dat de gemeente het bedrag namens [geïntimeerde 2] had ontvangen, waardoor [geïntimeerde 2] als ontvanger in de zin van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek werd aangemerkt. De Ontvanger vorderde primair terugbetaling van de gemeente en subsidiair van [geïntimeerde 2]. Het hof bevestigde de bevindingen van de rechtbank en oordeelde dat de kredietbank als vertegenwoordiger van [geïntimeerde 2] had gehandeld. De Ontvanger's argument dat de kredietbank als ontvanger moest worden aangemerkt, werd verworpen.
Het hof concludeerde dat de Belastingdienst, ongeacht de wetenschap van de vertegenwoordiging, de betaling aan de kredietbank moest beschouwen als een betaling aan [geïntimeerde 2]. De grief van de Ontvanger faalde, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. De Ontvanger werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de gemeente waren begroot op € 1.052,00. Dit arrest werd uitgesproken op 19 juni 2012.