De volgende afspraken zijn gemaakt:
1. De grondruil zoals verwoord in eerdergenoemde brief van mr. Croockewit vindt alsnog plaats. De zogenaamde “taartpunt” met een oppervlakte van circa 14 m2 mag door uw cliënte het gehele etmaal worden gebruikt voor laden en lossen, mits de doorstroming in [adres] blijft gehandhaafd. B&W gaat er vanuit dat dat zo is, wanneer slechts de “taartpunt” voor laden en lossen wordt gebruikt. B&W zegt toe dat er gedurende 30 jaar vanaf heden geen verkeersbesluiten zullen worden genomen, die het gebruik voor laden en lossen belemmeren. Die periode wordt korter wanneer partijen in overleg tot een alternatieve locatie voor het laden en lossen komen. (…)
2. (…)
3. (…)
4. (…)
Ik verneem graag van u of u van mening bent, dat ik de afspraken aldus correct heb vastgesteld.
Eerdergenoemde correspondentie en dit faxbericht kunnen dienen als basis voor de komende notariële akte voor de grondruil.
Ik verneem graag spoedig van u.”
1.9 Mr. Langhout, kantoorgenoot van mr. Wiarda, heeft in een faxbericht van 7 september 2006 aan mr. Kamsma bericht dat [appellanten] akkoord zijn met de afspraken zoals vervat in het faxbericht van mr. Kamsma van diezelfde dag.
1.10 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: AbRS) heeft bij uitspraak van 19 september 2007 het besluit van 18 juli 2006 omtrent goedkeuring van het bestemmingsplan vernietigd voor zover het het deel van het gebied met de bestemming “Wooncentrum” betrof dat is gelegen tussen [adres] en de [eigenaar supermarkt]straat. Het besluit is vernietigd wegens strijd met art. 3:46 Algemene wet bestuursrecht (Awb) ofwel het ontbreken van een deugdelijke motivering.
1.11 De gemeente heeft naar aanleiding van de uitspraak van de AbRS een akoestisch onderzoek laten uitvoeren door Lichtveld Buis & Partners. Uit dit onderzoek is gebleken dat ter plaatse van het geprojecteerde woonzorgcentrum niet zal kunnen worden voldaan aan de van toepassing zijnde geluidnormen indien in de nachtperiode ten behoeve van [appellanten] activiteiten ten behoeve van laden en lossen plaatsvinden.
1.12 Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna te noemen: het Activiteitenbesluit) in werking getreden, een Algemene Maatregel van Bestuur, gebaseerd op de Wet milieubeheer. Bij besluit van 10 juni 2008 heeft B&W op grond van het Activiteitenbesluit maatwerkvoorschriften voor de inrichting van [appellanten] opgelegd. In maatwerkvoorschrift 1 is bepaald dat in de nachtperiode aan de zijde van [adres] geen laad- en losactiviteiten mogen plaatsvinden die zijn toe te rekenen aan de door haar geëxploiteerde inrichting. [appellanten] hebben tegen het besluit van 10 juni 2008 rechtsmiddelen aangewend.
1.13 Bij besluit van 16 september 2008 heeft GS opnieuw besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente bij besluit van 22 december 2005 vastgestelde bestemmingsplan. Onder meer [appellanten] hebben tegen dit besluit beroep ingesteld bij de AbRS.
1.14 Bij uitspraak van 16 december 2009 heeft de AbRS – voor zover hier van
belang – het beroep inzake het besluit tot het opleggen van maatwerkvoorschriften gegrond verklaard voor zover het om maatwerkvoorschrift 1 gaat en het besluit in zoverre vernietigd. De AbRS heeft daartoe overwogen dat het voorschrift mede is vastgesteld met het oog op de realisatie van het geplande woonzorgcomplex, terwijl het laad- en losverbod met onmiddellijke ingang geldt en niet pas vanaf het moment van realisatie van het woonzorgcomplex. Het geplande woonzorgcomplex kan daarom volgens de AbRS in zoverre geen rechtvaardiging vormen voor het opleggen van dit maatwerkvoorschrift.
1.15 Eveneens bij uitspraak van 16 december 2009 heeft de AbRS de goedkeuringsbeslissing inzake het bestemmingsplan van GS van 16 september 2008 vernietigd wegens strijd met art. 3:46 Awb.
1.16 In de B&W-besluitenlijst van 29 juni 2010 wordt – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“Voorontwerp bestemmingsplan (correctief) St.-Annaparochie-Woonzorgcomplex
Uit de uitspraak van de Raad van State van 16 december 2009 is op te maken, dat het plan enkel is vernietigd omdat het op het punt van ‘geluid’ onvoldoende is gemotiveerd bleek te zijn. Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 is het niet meer mogelijk om een correctieve herziening op te stellen; er zal een nieuw bestemmingsplan opgesteld moeten worden. (…)”
1.17 De hiervoor in 1.8 bedoelde overeenkomst van grondruil is tot op heden niet uitgevoerd omdat partijen verdeeld zijn over de inhoud van de overeenkomst en – daarmee samenhangend – de tekst van de concept-leveringsakte. Nadat reeds uitvoerig over de tekst van de concept-akte door partijen was gecorrespondeerd, heeft de gemeente aan mr. Tj.J. Koelmans – de door haar ingeschakelde notaris – bij brief van 9 april 2008 bericht:
“Mede gezien de inhoud van uw laatstgenoemde brief wenst cliënte, dat onder artikel 6 wordt opgenomen wat de kern van de afspraken uit de aan de akte te hechten correspondentie is. Cliënte stelt voor een tekst toe te voegen als volgt: