ECLI:NL:GHLEE:2012:BX1915

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.106.550/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van grieven

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, sector kanton, dat op 11 februari 2009 was gewezen. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. L.S. Slinkman, hebben geen grieven ingediend tegen het vonnis waarvan beroep. De geïntimeerde, Varde Investments (Ireland) Limited, vertegenwoordigd door mr. G.J. Schras, heeft de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten geen grieven hebben ontwikkeld en dat het vonnis van de kantonrechter niet in strijd is met het recht van openbare orde. Hierdoor zijn de appellanten niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Het hof heeft ook de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van Varde vastgesteld op € 579,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en € 262,00 aan verschotten. De uitspraak is gedaan op 17 juli 2012.

Uitspraak

Arrest d.d. 17 juli 2012
Zaaknummer 200.106.550/01
(zaaknr. rechtbank: 368784 CV EXPL 08-8779)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. [appellant],
wonende te [woonplaats],
en
2. [appellante],
wonende te [woonplaats],
hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
advocaat: mr. L.S. Slinkman, kantoorhoudende te Hoogezand,
tegen
de vennootschap naar Iers recht Varde Investments (Ireland) Limited,
gevestigd te Dublin,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Varde,
advocaat: mr. G.J. Schras, kantoorhoudende te Barendrecht.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 24 september 2008 en 11 februari 2009 door de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Groningen (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 11 mei 2009 is door [appellanten] hoger beroep ingesteld van het vonnis van 11 februari 2009 met dagvaarding van Varde tegen de zitting van 30 juni 2009.
De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt:
"(...) te vernietigen het vonnis van 11 februari 2009 (…) door de Rechtbank Groningen, sector Kanton, locatie Groningen, tussen partijen gewezen en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat geïntimeerde niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering, althans dat de vordering zal worden afgewezen. Met kosten rechtens."
Na uiteindelijk te zijn aangebracht op de rol van 8 september 2009 is de zaak ingeschreven onder nummer 200.038.761.
De zaak stond vervolgens voor het nemen van de memorie van grieven door [appellanten], voor het eerst op de rol van 20 oktober 2009. Na viermaal te zijn aangehouden is de zaak op 1 maart 2011 ambtshalve geroyeerd.
Op de rol van 13 maart 2012 is de zaak heropend onder zaaknummer 200.103.500. Vanwege een onjuiste aanzegging van de akte niet dienen is de zaak op de rol van 3 april 2012 ambtshalve geroyeerd.
Op de rol van 15 mei 2012 is de zaak heropend onder het in de kop van dit arrest vermelde zaaknummer.
Vervolgens stonden [appellanten] voor het nemen van de memorie van grieven op de rol van 29 mei 2012 (partij-peremptoir). Varde had gevraagd akte van niet dienen te verlenen.
Ter rolle van 29 mei 2012 hebben [appellanten] niet van grieven gediend. Bijgevolg heeft het hof de door Varde gevraagde akte niet dienen verleend.
Ten slotte heeft Varde de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De beoordeling
Nu [appellanten] geen grieven hebben ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep en in aanmerking nemend dat het vonnis van de kantonrechter van 11 februari 2009 niet in strijd is met recht van openbare orde, zullen [appellanten] niet-ontvankelijk worden verklaard in hun hoger beroep.
[appellanten] moeten in hoger beroep worden beschouwd als de in het ongelijk te stellen partij. Het hof zal [appellanten] dan ook veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief III).
De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart het hoger beroep van [appellanten] niet-ontvankelijk;
veroordeelt [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die kosten aan de zijde van Varde tot aan deze uitspraak vast op € 579,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat en op € 262,00 aan verschotten.
Aldus gewezen door mrs. J.H. Kuiper, voorzitter, M.M.A. Wind en I. Tubben, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 17 juli 2012 in bijzijn van de griffier.