ECLI:NL:GHLEE:2012:BW9707
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vastgestelde waarde van een onroerende zaak voor de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan de a-weg 25 te Z, voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) is vastgesteld. De waardepeildatum is 1 januari 2008, en de Heffingsambtenaar van de gemeente Groningen had de waarde vastgesteld op € 216.000. Belanghebbende, de eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar de Heffingsambtenaar handhaafde de waarde in zijn uitspraak op bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 15 mei 2012 heeft belanghebbende zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld. Hij voerde aan dat er rekening gehouden moest worden met kosten voor asbestverwijdering en sloop, die volgens hem € 30.000 bedragen. Daarnaast stelde hij dat de waarde negatief werd beïnvloed door een monumentale kastanjeboom en een olietank op het perceel. De Heffingsambtenaar verdedigde de vastgestelde waarde en stelde dat deze niet te hoog was.
Het Gerechtshof Leeuwarden heeft de argumenten van beide partijen overwogen. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar niet voldoende bewijs had geleverd dat de waarde niet hoger was vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer. Het Hof heeft ook vastgesteld dat belanghebbende niet in staat was om zijn voorgestelde waarde van € 156.000 te onderbouwen. Uiteindelijk heeft het Hof de waarde van de onroerende zaak in goede justitie vastgesteld op € 186.000, en het hoger beroep van belanghebbende gegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, en de Heffingsambtenaar is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.