ECLI:NL:GHLEE:2012:BW8474
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.W. Zandbergen
- W. Breemhaar
- K.M. Makkinga
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van eiswijziging in hoger beroep en wettelijke rente ex art. 6:119a BW
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om een incident betreffende de toelaatbaarheid van een eiswijziging in hoger beroep. De oorspronkelijke eiser, [geïntimeerde], heeft haar eis gewijzigd in de memorie van antwoord, waarbij zij de wettelijke rente vorderde op basis van artikel 6:119a BW. Het hof oordeelt dat deze wijziging toelaatbaar is, omdat de oorspronkelijke gedaagde, [appellante], hierdoor niet in haar verdediging is geschaad en er geen onredelijke vertraging van het geding optreedt. De zaak betreft een geschil tussen twee besloten vennootschappen over een contractuele boete en de bijbehorende wettelijke rente. De rechtbank had eerder de wettelijke rente toegewezen op basis van artikel 6:119 BW, maar [geïntimeerde] stelt dat dit onjuist is en dat de wettelijke rente op basis van artikel 6:119a BW moet worden toegewezen.
Tijdens de comparitie van partijen, die op 11 januari 2012 plaatsvond, is er geen schikking bereikt. Het hof heeft de bezwaren van [appellante] tegen de eiswijziging van [geïntimeerde] afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord in incidenteel appel. Het hof benadrukt dat de toelaatbaarheid van een eiswijziging moet worden beoordeeld in het licht van de herstelfunctie van het hoger beroep en dat deze niet mag leiden tot onredelijke vertraging of bemoeilijking van de verdediging.
Het hof concludeert dat de eiswijziging tijdig is ingediend en dat er geen sprake is van strijd met de goede procesorde. De beslissing omtrent de kosten van het incident wordt aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak. Het arrest is uitgesproken op 12 juni 2012 door de tweede kamer voor burgerlijke zaken van het Gerechtshof Leeuwarden.