ECLI:NL:GHLEE:2012:BW7308
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.H. Garos
- M.W. Zandbergen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot medewerking aan conversie van pensioenrechten na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 19 april 2012, staat de vraag centraal of de vrouw verplicht kan worden om mee te werken aan de conversie van pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd. De man, appellant, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 mei 2011 aangevochten, waarin zijn verzoek om de vrouw te verplichten tot medewerking aan conversie werd afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat er geen wettelijke basis was voor de man om deze medewerking af te dwingen, en dat de redelijkheid en billijkheid ook een rol spelen in de rechtsverhouding tussen echtgenoten na echtscheiding.
De man betoogt dat hij, gezien het leeftijdsverschil met de vrouw, financieel benadeeld wordt als de pensioenrechten worden verevend. Hij stelt dat hij pas op zijn 73ste aanspraak kan maken op zijn deel van het pensioen van de vrouw, terwijl zij al eerder recht heeft op haar deel van zijn pensioen. De vrouw daarentegen betwist de noodzaak van conversie en stelt dat haar belangen bij verevening ook zwaar wegen. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.
Het hof concludeert dat de man niet voldoende heeft aangetoond dat zijn financiële situatie bij verevening onredelijk laag zal zijn. De man heeft naast zijn pensioen ook recht op AOW en andere inkomsten, terwijl de vrouw bij verevening eerder kan profiteren van haar pensioen. Het hof oordeelt dat de belangen van de vrouw bij verevening zwaarder wegen dan die van de man bij conversie. Daarom bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de man af. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.