ECLI:NL:GHLEE:2012:BW5304
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident verzet wijziging van eis in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een incident van verzet tegen een wijziging van eis in hoger beroep. De appellant, aangeduid als de man, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Assen, waarin zijn vordering tot verdeling van de gezamenlijke gemeenschap was afgewezen. De man had in eerste aanleg gevorderd dat de vrouw, aangeduid als de vrouw, een bedrag van € 41.927,28 aan hem zou voldoen, verhoogd met wettelijke rente. In hoger beroep wijzigde de man zijn eis en vorderde hij nu een verrekening van het (overgespaarde) inkomen op basis van de huwelijkse voorwaarden. De vrouw maakte bezwaar tegen deze wijziging, omdat zij meende dat dit haar procespositie onredelijk schaadde en tot vertraging van de procedure leidde.
Het hof oordeelde dat de eiswijziging tijdig was ingediend en dat de vrouw onvoldoende had onderbouwd dat zij door deze wijziging onredelijk in haar verdediging werd geschaad. Het hof benadrukte dat het hoger beroep niet alleen dient tot herstel van fouten van de eerste rechter, maar ook tot aanvulling van hetgeen partijen in eerste aanleg hebben gedaan of nagelaten. De argumenten van de vrouw dat de man onredelijk lang had gewacht met het indienen van de memorie van grieven, werden door het hof verworpen. Het hof verklaarde het verzet ongegrond en stond de eiswijziging toe, waarbij de beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.