ECLI:NL:GHLEE:2012:BW5228
Gerechtshof Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen mr. G.M. van der Meer in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 maart 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door mr. W.P.R. Peeters, de raadsman van verzoekster, tegen mr. G.M. van der Meer, voorzitter van de meervoudige rekestenkamer. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de voorzitter de raadsman had beperkt in zijn recht om zijn pleidooi naar eigen inzicht in te vullen, door hem te beletten bepaalde brieven integraal voor te lezen tijdens de zitting van 28 februari 2012. De voorzitter had de advocaat de gelegenheid geboden om de brieven samen te vatten, maar dit werd door de raadsman als een inbreuk op zijn rechten ervaren.
Het hof oordeelde dat de beslissing van de voorzitter om de brieven niet integraal voor te lezen, hoewel een inbreuk op het recht van de raadsman, gerechtvaardigd was op basis van het toepasselijke procesreglement. Het hof stelde vast dat de voorzitter de zitting naar eigen inzicht mocht leiden en dat de regels van het procesreglement de mogelijkheid boden om de raadsman te beletten nieuwe stukken in te brengen tijdens de zitting. De voorzitter had bovendien de raadsman de kans gegeven om de brieven samen te vatten, wat volgens het hof voldoende was om eventuele objectieve twijfel over haar onpartijdigheid weg te nemen.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen sprake was van (de schijn van) partijdigheid van de voorzitter, ondanks dat de beslissing om de brieven niet voor te lezen op een onjuist argument was gebaseerd. Het hof benadrukte dat het recht van een advocaat om zijn pleidooi te voeren niet onbeperkt is en dat de voorzitter verantwoordelijk is voor een ordelijk verloop van de zitting. Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.