ECLI:NL:GHLEE:2012:BV9659
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.W. Zandbergen
- W. Breemhaar
- G. van Rijssen
- Rechtspraak.nl
Kort geding over medewerking aan aflossing van een gemeenschappelijke schuld
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, betreft het een kort geding waarin [appellante] zich verzet tegen de aflossing van een gemeenschappelijke schuld van € 9.503,30 bij DSB. De zaak is ontstaan uit een geschil tussen [appellante] en [geïntimeerde], die een affectieve relatie hadden en gezamenlijk eigenaar waren van een woning. Deze woning is inmiddels verkocht, en er resteert een bedrag in depot van ongeveer € 6.712,00. De voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen had in een eerder vonnis op 7 oktober 2011 geoordeeld dat [appellante] moest meewerken aan de aflossing van de schuld, wat zij weigerde.
[Appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarbij zij vijf grieven heeft ingediend. De kern van het geschil draait om de vraag of er sprake is van een spoedeisend belang en of de schuld aan DSB als gemeenschappelijk kan worden beschouwd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn tegen de feitenvaststelling van de voorzieningenrechter en dat [appellante] eerder had erkend dat er een gezamenlijke schuld was.
Het hof heeft de grieven van [appellante] beoordeeld en geconcludeerd dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat de aflossing van de schuld moet plaatsvinden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en bepaald dat iedere partij de eigen kosten van het geding in hoger beroep zal dragen. De uitspraak is gedaan op 20 maart 2012.