ECLI:NL:GHLEE:2012:BV2394
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- L. Groefsema
- M.C.D. Boon-Niks
- E.C. Smits
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugbrengen van kind na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding na een echtscheiding. De ouders van twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2], waren in een geschil verwikkeld over de hoofdverblijfplaats van [kind 2]. Na de echtscheiding was het hoofdverblijf van de kinderen bij de vader, [geïntimeerde]. De moeder, [appellante], had na een bezoekweekend een van de kinderen niet teruggebracht, wat leidde tot een kort geding. De voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden had op 7 december 2011 geoordeeld dat [appellante] het kind moest terugbrengen. Hierop heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft de zaak als spoedappel behandeld en de grieven van [appellante] beoordeeld. De moeder voerde aan dat de voorzieningenrechter ten onrechte had geoordeeld en dat zij in het belang van [kind 2] had gehandeld. Het hof oordeelde echter dat de grieven niet gegrond waren. Het hof bevestigde de beslissing van de voorzieningenrechter en bepaalde dat [appellante] [kind 2] uiterlijk op 4 februari 2012 om 13.00 uur bij [geïntimeerde] diende terug te brengen. Tevens moest zij voor 6 februari 2012 de inschrijving van [kind 2] op school ongedaan maken. Het hof benadrukte dat de belangen van de kinderen voorop stonden en dat er geen voldoende onderbouwing was voor een wijziging van de hoofdverblijfplaats.