ECLI:NL:GHLEE:2012:79

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 januari 2012
Publicatiedatum
30 april 2013
Zaaknummer
WAHV 200.091.665
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dijkstra
  • M. Zomer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen sanctie voor niet afgegeven keuringsbewijs van motorrijtuig

In deze zaak heeft de betrokkene hoger beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie van € 90,- die was opgelegd wegens het ontbreken van een keuringsbewijs voor haar motorrijtuig. De sanctie was opgelegd door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie en de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde, werd ter beoordeling aan het Gerechtshof Leeuwarden voorgelegd. De betrokkene voerde aan dat haar voertuig op 1 april 2010 goedgekeurd was bij de RDW, maar het hof oordeelde dat zij niet had aangetoond dat zij aan de wettelijke keuringsverplichtingen had voldaan. Het hof stelde vast dat de betrokkene op de hoogte had moeten zijn van de APK-plicht voor haar voertuig en dat de keuring bij de RDW niet als een algemene periodieke keuring kon worden aangemerkt. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding van Boeteservice.nl af, omdat deze niet als gemachtigde kon worden beschouwd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van kentekenhouders om op de hoogte te zijn van de geldende verkeersvoorschriften en keuringsverplichtingen.

Uitspraak

WAHV 200.091.665
6 januari 2012
CJIB 142856938
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam
van 22 april 2011
betreffende
[naam betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [plaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Door Boeteservice.nl is verzocht om een vergoeding van kosten.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1.
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “voor het motorrijtuig van 3500 kg of minder is geen keuringsbewijs afgegeven”, welke gedraging blijkens een registercontrole van de RDW zou zijn verricht op 21 juni 2010 met het voertuig met het kenteken [kenteken].
2.
In het beroepschrift d.d. 27 juli 2010 tegen de inleidende beschikking heeft de betrokkene aangevoerd dat de auto op 1 april 2010 bij het keuringsstation van de RDW te Zwijndrecht is (goed)gekeurd in verband met de overschrijving van het Italiaanse naar een Nederlands kenteken. Uit informatie van de website van de RDW noch bij de keuring door de RDW is haar duidelijk geworden dat naast de technische keuring nog een APK diende te gebeuren. In hoger beroep heeft de betrokkene herhaald dat aan haar mondeling noch schriftelijk is duidelijk gemaakt dat de keuring bij de RDW niet een APK betrof.
3.
Het hof leidt uit het beroepschrift van de betrokkene af dat zij erkent dat de gedraging is verricht doch dat zij zich beroept op omstandigheden die het opleggen van een sanctie niet billijken.
4.
Uit het zaakoverzicht van het CJIB blijkt dat het voertuig van de betrokkene op
9 april 2010 is geregistreerd in het kentekenregister. Op de datum van overdracht was de vervaldatum voor de algemene periodieke keuring 4 december 2005. Voorts blijkt uit een zich in het dossier bevindende op 4 januari 2011 afgedrukte lijst met kentekengegevens dat de geldigheid van het keuringsbewijs behorende bij het voertuig met kenteken 50-LGP-8 op 9 juli 2011 eindigde. Die datum stemt overeen met een mededeling van de betrokkene in haar boven aangehaalde beroepschrift dat de algemene periodieke keuring op 9 juli 2010 is uitgevoerd. Derhalve staat vast dat de gedraging is verricht.
5.
Het hof stelt voorop dat van de eigenaar of houder van een kentekenplichtig motorrijtuig mag worden verwacht dat zij op de hoogte is van de voorschriften ten aanzien van - in het onderhavige geval - de periodieke algemene keuring. Dat de Dienst Wegverkeer is belast met de uitvoering van bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en andere wetten opgedragen taken en in dat kader ook bij wijze van serviceverlening praktische informatie en ondersteuning biedt aan het publiek, ontslaat de kentekenhouder niet van haar eigen verantwoordelijkheid om te voldoen aan de voorschriften ten aanzien van de periodieke algemene keuring. Raadpleging van de website van de RDW leert overigens dat de Dienst Wegverkeer particulieren die een personenauto invoeren uit een EU-lidstaat er nadrukkelijk op wijst dat het onderzoek van die auto ter verkrijging van het kentekenbewijs niet de technische staat van de auto betreft. Op de website is dienaangaande de volgende tekst te lezen:
"De RDW kijkt bij het onderzoek van een ingevoerde personenauto uit een EU-lidstaat niet naar de technische staat van de auto. Is uw voertuig echter (bijna) APK-plichtig, dan moet deze wel goedgekeurd zijn voor de APK."
Het hof acht niet aannemelijk dat de hier aangehaalde informatie ten tijde van de invoer van het voertuig in april 2010 niet op de website van de Dienst Wegverkeer te vinden was.
6.
Gelet op het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat de betrokkene op de hoogte had kunnen en moeten zijn van de omstandigheid dat het door haar ingevoerde voertuig APK-plichtig was en dat het onderzoek ter verkrijging van het kentekenbewijs niet als een algemene periodieke keuring kon worden aangemerkt. Het hof ziet daarom in de door de betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding tot het achterwege laten van de sanctie, en zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
7.
Nu de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld bestaat er geen grond voor vergoeding van kosten. Het hof overweegt ten aanzien van het kostenverzoek ten overvloede dat Boeteservice.nl in deze zaak niet als gemachtigde kan worden aangemerkt en derhalve geen aanspraak kan maken op vergoeding van proceskosten.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.