ECLI:NL:GHLEE:2011:BU8966
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van vaderschap na overlijden van de vader
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. De moeder van de geïntimeerde, hierna [moeder], heeft in eerste aanleg verzocht om vaststelling dat [vader], die in 2010 is overleden, de vader is van [geïntimeerde]. De rechtbank Leeuwarden heeft op 15 december 2010 geoordeeld dat [vader] de vader is van [geïntimeerde].
[Appellante], de erfgename van [vader], heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen en te bepalen dat [vader] niet de vader is van [geïntimeerde]. Tijdens de zitting op 27 september 2011 heeft [appellante] haar verzoek gewijzigd en verzocht om afwijzing van het inleidende verzoek. Het hof heeft vastgesteld dat [appellante] als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks dat zij onder bewind staat.
Het hof heeft geoordeeld dat het vaderschap van een overleden man kan worden vastgesteld op verzoek van de moeder of het kind, en dat [geïntimeerde] als meerderjarige het verzoek heeft ingediend. [Appellante] heeft tegenbewijs aangeboden in de vorm van een DNA-onderzoek. Het hof heeft besloten om [appellante] in de gelegenheid te stellen om binnen drie maanden een DNA-onderzoek te laten verrichten om te bepalen of [vader] de biologische vader is van [geïntimeerde]. De beslissing op het verzoek van [geïntimeerde] is aangehouden in afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek.
Het hof heeft benadrukt dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bewindvoerder alleen geldt voor handelingen die de onder bewind staande goederen betreffen, en dat [appellante] zelfstandig appel kan instellen. De zaak zal verder worden afgedaan op basis van de stukken, tenzij een nadere behandeling gewenst is.