ECLI:NL:GHLEE:2011:BU8150
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van verzekeringstussenpersoon bij beleggingsverzekering en eigen schuld van verzekeringnemer
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om de aansprakelijkheid van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. als verzekeringstussenpersoon bij de afsluiting van een beleggingsverzekering. De appellant, die in eerste aanleg eiser was, stelde dat Achmea fouten had gemaakt bij het afsluiten van de verzekering, wat leidde tot financiële schade. Het hof oordeelde dat Achmea niet voldoende had aangetoond dat de tussenpersonen, [opdrachtnemer 1] en [opdrachtnemer 2], tekortgeschoten waren in hun zorgplicht. Het hof concludeerde dat de eigen schuld van de appellant op 25% werd vastgesteld, wat betekende dat Achmea voor 75% aansprakelijk was voor de schade. De uitspraak volgde op een tussenarrest van 11 mei 2010, waarin Achmea was opgedragen bewijs te leveren van de gestelde tekortkomingen van de tussenpersonen. Het hof oordeelde dat de getuigenverklaringen van de betrokken partijen niet voldoende bewijs opleverden voor de fouten die aan de tussenpersonen konden worden toegeschreven. De appellant had verklaard dat hij niet op de hoogte was van de risico's van beleggen en dat hij niet zelf het beheer van de portefeuille wilde voeren. Het hof oordeelde dat de eigen schuld van de appellant niet zwaarder woog dan de tekortkomingen van Achmea in het verstrekken van informatie en het voldoen aan de zorgplicht. Uiteindelijk werd Achmea veroordeeld tot betaling van € 121.899,39 aan de appellant, vermeerderd met wettelijke rente, en werd Achmea ook in de proceskosten veroordeeld.