ECLI:NL:GHLEE:2011:BU6899
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen wijzigingsbeschikking voorlopige voorziening met betrekking tot alimentatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een wijzigingsbeschikking van een voorlopige voorziening inzake alimentatie. De vrouw, appellante, heeft het verzoek ingediend om de beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 9 maart 2011 te vernietigen, waarin de alimentatie voor haar door de man, geïntimeerde, werd verlaagd van € 3.900,- naar € 533,- per maand. De rechtbank had geoordeeld dat de man onvoldoende financiële gegevens had verstrekt, wat leidde tot de wijziging van de alimentatie. De vrouw betwist de ontvankelijkheid van de man in zijn verzoek tot wijziging, stellende dat er geen doorbrekingsgrond van het appelverbod aanwezig is volgens artikel 824 lid 1 Rv.
Het hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de vrouw ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat zij een doorbrekingsgrond aanvoert. Het hof overweegt dat, ondanks het appelverbod, in bijzondere gevallen hoger beroep mogelijk is. De vrouw stelt dat de man het appelverbod heeft omzeild door een wijziging van de beschikking aan te vragen op basis van onjuiste gegevens. Het hof concludeert dat de rechtbank bij de eerdere beschikking van 22 december 2010 inderdaad is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens, maar dat dit niet automatisch leidt tot de conclusie dat de vrouw in haar hoger beroep ontvankelijk is.
Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de man een wijzigingsverzoek kon indienen, en dat de wijziging van de alimentatie met terugwerkende kracht niet in strijd is met de wet. De beslissing van de rechtbank om de alimentatie te verlagen wordt bevestigd. Het hof verwerpt het beroep van de vrouw, waarmee de eerdere beschikking in stand blijft.