ECLI:NL:GHLEE:2011:BU3978

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
10 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003267-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van een minderjarige met terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte is veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf wegens seksueel misbruik van een zesjarig meisje. Daarnaast is de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, gezien de pedofiele geaardheid van de verdachte en het risico op recidive. Het hof heeft de maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaard.

De feiten zijn gepleegd in de periode van 14 juli 2008 tot en met 20 juli 2008 en op 15 augustus 2008, waarbij de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, dat toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt. De verdachte heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan deze handelingen, die een ernstige inbreuk vormen op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.

Het hof heeft kennisgenomen van psychologische en psychiatrische rapportages die wijzen op een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bij de verdachte, wat zijn strafbaarheid in verminderde mate beïnvloedt. De verdachte heeft eerder onherroepelijk een veroordeling voor soortgelijke feiten ondergaan, wat het recidiverisico vergroot. Gezien de ernst van de feiten en de noodzaak voor behandeling, heeft het hof besloten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden, om de veiligheid van anderen te waarborgen.

De beslissing van het hof is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de adviezen van deskundigen en reclasseringswerkers. De terbeschikkingstelling is noodzakelijk geacht om de kans op recidive te minimaliseren en om de verdachte de benodigde behandeling te bieden.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003267-09
Uitspraak d.d.: 10 november 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 14 december 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1960],
ingeschreven en verblijvende te [woonplaats], [adres],
in de P.I. Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2010, 19 mei 2011, 7 juni 2011, 23 juni 2011, 27 juli 2011 en 27 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte voor het onder 1. tenlastegelegde feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden en terbeschikkingstelling met de voorwaarden zoals beschreven in het maatregelrapport d.d. 7 oktober 2011. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof zal bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R.J.E. van Haarst, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan hoger beroep onderworpen vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is voor zover in hoger beroep van belang tenlastegelegd dat hij:
in/op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 14 juli 2008 tot en met 20 juli 2008 en/of op of omstreeks 15 augustus 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland en/of in Duitsland en/of in Luxemburg en/of in Frankrijk (telkens) met [slachtoffer], die toen (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit
-het betasten en/of bevoelen en/of strelen en/of aanraken van de vagina en/of de schaamstreek en/of het achterwerk van die [slachtoffer] en/of
-het zich laten aftrekken door die [slachtoffer], althans het door die [slachtoffer] laten trekken aan en/of bewegen van/over en/of vastpakken, althans betasten, van verdachtes penis en/of
-het met verdachtes penis en/of schaamstreek en/of onderlichaam liggen op en/of duwen/drukken op/tegen de vagina en/of de schaamstreek en/of het onderlichaam van die [slachtoffer].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
op verschillende tijdstippen in de periode van 14 juli 2008 tot en met 20 juli 2008 en op of omstreeks 15 augustus 2008, in Nederland en/of in Duitsland en/of in Luxemburg en/of in Frankrijk met [slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit
- het betasten en strelen en aanraken van de vagina en de schaamstreek en het achterwerk van die [slachtoffer] en
- het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en
- het met verdachtes penis liggen op de vagina van die [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Verdachte heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van de toen zesjarige dochter van een bevriend echtpaar. Verdachte heeft enkel ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, waarvan zij en haar ouders - naar de ervaring leert - nog lange tijd de gevolgen zullen ondervinden.
Uit het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 20 september 2010 blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van ontucht met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren, hetgeen hem er niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof heeft kennis genomen van de omtrent verdachte uitgebrachte psychologische rapportages d.d. 29 juni 2009, 23 oktober 2009 en 25 maart 2011 van drs. C.M. Bosklopper, GZ-psycholoog, en van de psychiatrische rapportages d.d. 13 oktober 2009 en 27 maart 2011 van psychiater W.G. Mulder. In deze rapportages wordt onder meer geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, te weten een pedofiele geaardheid van het niet-exclusieve type. Als gevolg daarvan kunnen de bewezen verklaarde feiten verdachte in verminderde mate worden toegerekend. Zonder adequate behandeling en begeleiding is de kans op recidive groot. Een (in de eerste periode klinische) behandeling is vooral nodig om verdachte te leren om te gaan met zijn pedofiele geaardheid om de kans op recidive tot een minimum te reduceren. Het hof neemt deze conclusies over en maakt die tot de zijne.
Gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder zij zijn begaan, verdachtes justitiële verleden en de omstandigheid dat de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, zoals door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal opnieuw is gevorderd, passend en geboden. Hoewel de behandeling van het hoger beroep door diverse omstandigheden, zoals het opmaken van rapportages, onwenselijk veel tijd in beslag heeft genomen, is geen sprake geweest van een schending van artikel 6 van het EVRM. De procedure in hoger beroep is bovendien niet zodanig lang geweest dat - anders dan op basis van artikel 6 van het EVRM - ter compensatie een lagere straf zou moeten worden opgelegd.
Voorts zal aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling worden opgelegd. Ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten leed verdachte aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De door hem begane strafbare feiten betreffen een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld en dat bovendien gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. Het hof acht - mede op grond van de inhoud van de rapportages van voornoemde deskundigen Bosklopper en Mulder - het gevaar voor herhaling bij verdachte groot. De veiligheid van anderen eist aldus het opleggen van de maatregel.
Het hof heeft in zijn beslissing tot oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling ook de adviezen van reclasseringswerkers R. Drenth (rapporten d.d. 1 juni 2011, 20 juni 2011 en 26 juli 2011) en J.A. Hein (reclasseringsadvies t.b.v. TBS, d.d. 7 oktober 2011) van Reclassering Nederland betrokken. Uit deze rapportages blijkt dat het recidiverisico van verdachte in de huidige situatie hoog is en dat hij een langdurige behandeling dient te ondergaan alvorens de kans op recidive zal verminderen. Via het NIFP, afdeling IFZ, is verdachte thans geïndiceerd voor de FPK Assen, aangezien verdachte een behandeling met een op zedenproblematiek gericht groepstherapeutisch milieu nodig heeft en de FPK Assen dit kan bieden.
Het hof zal bepalen dat aan de terbeschikkingstelling de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd in het voornoemde reclasseringsadvies t.b.v. TBS d.d. 7 oktober 2011. Deze voorwaarden stelt het hof ter bescherming van de veiligheid van anderen. Verdachte heeft zich bereid verklaard tot naleving van deze voorwaarden.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat behandeling van verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel onvoldoende waarborgen biedt dat verdachte de noodzakelijke behandeling succesvol afrondt.
Teneinde te verzekeren dat de behandeling van verdachte zo spoedig mogelijk een aanvang neemt, zal het hof bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 37a, 38, 38 (nieuw), 38a, 38e, 57 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn - voor zover niet anders vermeld - toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 2 en 3 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan hoger beroep onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, onder de voorwaarden
- dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- dat verdachte zich laat opnemen en behandelen in de FPK Assen, onderdeel van de GGZ Drenthe;
- dat verdachte tot de opname in de FPK Assen zich ter overbrugging laat opnemen en behandelen in de FPA in Heiloo;
- dat verdachte de Reclassering Nederland op de hoogte zal houden van de inhoud en voortgang van de behandeling;
- dat verdachte zal meewerken aan een eventuele vervolgbehandeling bij de AFPN Assen of een andere door de Reclassering Nederland aan te wijzen instelling;
- dat verdachte toestemming geeft voor het uitwisselen van zijn gegevens door alle betrokken instellingen;
- dat verdachte zich gedurende de termijn van de terbeschikkingstelling zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland en afspraken met die instelling zal nakomen;
- dat verdachte in overleg met de Reclassering Nederland zijn toekomstige woonplek zal bepalen.
Geeft de Reclassering Nederland opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. de Ruijter, griffier,
en op 10 november 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.