ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1945

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
21 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002197-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging, poging tot zware mishandeling, mishandeling en beschadiging met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 21 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging, poging tot zware mishandeling, mishandeling en beschadiging. De feiten vonden plaats op verschillende data in 2009, waarbij de verdachte onder andere met een mes dreigde en een deur beschadigde. De verdachte heeft in totaal 165 dagen in voorarrest gezeten. Het hof heeft, in overeenstemming met de advocaat-generaal, besloten om een gevangenisstraf van 210 dagen op te leggen, waarvan 45 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de verslavingsreclassering. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen tot een bedrag van EUR 300,00 aan immateriële schade. Het hof heeft de verdachte ook een taakstraf van 240 uren opgelegd in plaats van de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen van 14 april 2011 en 7 oktober 2011, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van een aantal punten waarop hij is vrijgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002197-09
Uitspraak d.d.: 21 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 4 september 2009 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 17-880224-09 en 17-754122-09, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 17-880050-07, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1955],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 14 april 2011 en 7 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De vordering strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verdachte ter zake van de vrijspraak van feit 4 van de inleidende dagvaarding met parketnummer 17-880224-09 en tot veroordeling van verdachte ter zake van de op die dagvaarding onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten en het op de inleidende dagvaarding met parketnummer 17-754122-09 vermelde feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 210 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 45 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals beschreven in het reclasseringsrapport d.d. 9 mei 2011. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] toegewezen zal worden, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden toegewezen met dien verstande dat de vrijheidstraf zal worden omgezet in een werkstraf voor de duur van 360 uren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. B. Klunder, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep gericht is tegen de vrijspraak van het in parketnummer 17-880224-09 onder 4 ten laste gelegde, zal het hof verdachte daarin niet ontvankelijk verklaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg -, voor zover aan hoger beroep onderworpen, tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 17-880224-09:
feit 1 primair:
hij op of omstreeks 20 mei 2009 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer 1] (zulks terwijl verdachte door een persoon ([naam]) werd tegengehouden) en/of daarbij die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "Ik steek je neer" en/of "Ik maak hem dood", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 1 subsidiair:
hij op of omstreeks 20 mei 2009 te [plaats] [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, stekende bewegingen gemaakt in de richting van die [slachtoffer 1] (zulks terwijl verdachte door een persoon ([naam]) werd tegengehouden) en/of heeft verdachte daarbij die [slachtoffer 1] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd: "Ik steek je neer" en/of "Ik maak hem dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aardof strekking, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 2:
hij op of omstreeks 20 mei 2009 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), meermalen, althans eenmaal, (met kracht) tegen het hoofd, in elk geval het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 3:
hij op of omstreeks 2 april 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoontoestel, van het merk LG, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 5:
hij op of omstreeks 13 maart 2009 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een (flat)woning, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of de plaatselijke woningbouwvereniging, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Zaak met parketnummer 17-754122-09:
hij op of omstreeks 27 februari 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een (fiets)ketting gezwaaid, althans een (fiets)ketting duidelijk zichtbaar voor die [benadeelde] bij zich gehad, en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd: "Kom jij maar samen met [naam] naar buiten. Ik maak jullie dood. Ik sla jullie onder de grond.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof acht - gelet op de stukken in het dossier en in het bijzonder de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof - niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die de telefoon toebehorende aan aangeefster [slachtoffer 2] heeft weggenomen. Verdachte dient derhalve van het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 3 tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 1 primair, 2 en 5 en hetgeen in de zaak met parketnummer 17-754122-09 ten laste is gelegd heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 17-880224-09:
feit 1 primair:
hij op 20 mei 2009 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een mes stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer 1] (zulks terwijl verdachte door een persoon ([naam]) werd tegengehouden) en daarbij die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "Ik steek je neer" en/of "Ik maak hem dood", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraansoortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 2:
hij op 20 mei 2009 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]) meermalen met kracht tegen het hoofd heeft gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
feit 5:
hij op 13 maart 2009 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een flatwoning, toebehorende aan een ander, heeft beschadigd.
Zaak met parketnummer 17-754122-09:
hij op 27 februari 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een fietsketting gezwaaid en daarbij deze [benadeelde] dreigend de woorden toegevoegd: "Kom jij maar samen met [naam] naar buiten. Ik maak jullie dood. Ik sla jullie onder de grond."
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
poging tot zware mishandeling, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 5 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
het in de zaak met parketnummer 17-754122-09 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 27 februari 2009 schuldig gemaakt aan bedreiging van [benadeelde]. Hij heeft met een fietsketting gezwaaid en daarbij [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Kom jij maar samen met [naam] naar buiten. Ik maak jullie dood. Ik sla jullie onder de grond." Verdachte heeft daarmee de lichamelijke integriteit en het veiligheidsgevoel van het slachtoffer aangetast.
Daarnaast heeft verdachte zich op 13 maart 2009 schuldig gemaakt aan het beschadigen van de deur van de woning, die werd bewoond door [benadeelde]. Verdachte heeft door dit handelen (financiële) schade en hinder toegebracht en heeft er blijk van gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander.
Verdachte heeft zich tot slot op 20 mei 2009 schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling en mishandeling van [slachtoffer 1]. Hij heeft stekende bewegingen gemaakt in de richting van [slachtoffer 1] en daarbij dreigende woorden uitgesproken. Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer 1] met kracht tegen het hoofd gestompt. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1].
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 juli 2011. Daaruit is - ten nadele van verdachte - gebleken dat hij eerder ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld tot vrijheidsstraffen.
Verdachte heeft ter zitting van het hof aangegeven dat hij sinds kort een woning heeft. Hij heeft voorts aangevoerd dat hij in de penitentiaire inrichting een Cova-training heeft afgerond en dat hij daar veel van heeft geleerd. Naar eigen zeggen drinkt verdachte geen alcoholhoudende drank meer. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij de toekomst positief tegemoet ziet. Oplegging van een gevangenisstraf zou ertoe leiden dat hij hetgeen hij nu heeft bereikt zal kwijtraken.
Het stelt vast dat verdachte in de onderhavige zaak gedurende 165 dagen in voorarrest heeft gezeten.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte opnieuw moet worden gedetineerd. Het hof beantwoordt deze vraag, met de advocaat-generaal, ontkennend. Mede gelet op de voorzichtig positieve stappen die verdachte heeft gezet zal het hof, conform het vonnis van de politierechter en de vordering van de advocaat-generaal, een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest.
Tevens zal het hof een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur opleggen. Dit voorwaardelijke deel van de straf dient als een stok achter de deur, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te begaan. Het hof stelt hierbij als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich onder toezicht van de verslavingsreclassering stelt, nu zij hem hierbij de nodige hulp en steun kan bieden. Het toezicht kan ook inhouden dat aan verdachte een behandelverplichting wordt opgelegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering van de benadeelde partij is door de verdediging niet weersproken. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 17-754122-09 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachts is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Meervoudige kamer te Leeuwarden van 7 juni 2007, parketnummer 17-880050-07, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
De advocaat-generaal heeft met het oog op de positieve ontwikkelingen van verdachte de omzetting van de tenuitvoerlegging van 6 maanden gevangenisstraf in taakstraf gevorderd en wel voor de duur van 360 uren. Op grond van het bepaalde in artikel 22c, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, mag de duur van een taakstraf (bestaande uit een werkstraf en een leerstraf) ten hoogste 480 uren bedragen, waarvan niet meer dan 240 uren werkstraf. In dat geval is de werkstraf derhalve gemaximeerd tot 240 uren.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van maximale duur, te weten 240 uren, gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 22c, 22d, 24c, 36f, 45, 57, 63, 285, 300, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 4 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 1 primair, 2 en 5 en in de zaak met parketnummer 17-754122-09 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 17-880224-09 onder 1 primair, 2 en 5 en in de zaak met parketnummer 17-754122-09 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 210 (tweehonderdtien) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 45 (vijfenveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland te Leeuwarden en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven, ook indien deze voorschriften en aanwijzingen inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij de Forensische Poli Begeleiding van Verslavingszorg Noord Nederland.
Geeft eerstgenoemde instelling opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [benadeelde] terzake van het in de zaak met parketnummer 17-754122-09 bewezen verklaarde tot het bedrag van
EUR 300,00 (driehonderd euro) aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], een bedrag te betalen van EUR 300,00 (driehonderd euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Gelast in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Leeuwarden van 7 juni 2007, parketnummer 17-880050-07, een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 21 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. E. de Witt is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.