ECLI:NL:GHLEE:2011:BT9983

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000065-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van opzetheling en schuldheling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van opzetheling en schuldheling van verschillende in beslag genomen goederen, waaronder een paspoort, een Kodak camera, en een Nikon spiegelreflexcamera. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de wetenschap van de verdachte dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Hierdoor kon het primair ten laste gelegde, opzetheling, niet bewezen worden. Eveneens was er geen bewijs dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, waardoor ook het subsidiair ten laste gelegde, schuldheling, niet bewezen kon worden.

Het hof heeft de teruggave van de in beslag genomen goederen gelast aan de rechthebbenden, aangezien het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting van 3 oktober 2011, waar de advocaat-generaal had gevorderd tot vrijspraak van de verdachte van het primair ten laste gelegde en veroordeling tot een werkstraf voor het subsidiair ten laste gelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van een eerlijke rechtsgang, waarbij de verdachte niet kan worden veroordeeld zonder overtuigend bewijs van schuld.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000065-11
Uitspraak d.d.: 17 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 15 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1981],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 3 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van verdachte van het primair ten laste gelegde en veroordeling ter zake het subsidiair ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 75 uren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de in beslag genomen goederen worden teruggegeven aan de rechthebbenden. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. G.J.P.M. Grijmans, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en zal opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 20 februari 2009 tot en met 24 november 2009, te [plaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (onder meer) een Philips memorecorder, een paspoort, een Kodak camera, (oud) muntgeld, een Sparta-meter, een Nikon spiegelreflexcamera en/of een dekbedsloop heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en/of haar mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat paspoort en/of die Kodak camera en/of dat muntgeld en/of die Sparta-meter en/of die Nikon camera en/of die dekbedsloop wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten weten, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de wetenschap bij verdachte dat de in haar woning aangetroffen goederen van misdrijf afkomstig waren, acht het hof het primair ten laste gelegde, opzetheling, niet wettig en overtuigend bewezen. Ook heeft verdachte niet redelijkerwijs moeten vermoeden dat die goederen van misdrijf afkomstig waren, zodat het subsidiair ten laste gelegde, schuldheling, eveneens niet wettig en overtuigend bewezen is. Verdachte zal derhalve van de gehele tenlastelegging worden vrijgesproken.
De in beslag genomen goederen
Het hof zal de teruggave gelasten aan de rechthebbenden van de in beslag genomen goederen nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
paspoort.
Gelast de teruggave aan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Spartameter.
Gelast de teruggave aan [naam] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
memorecorder; Nikon fotocamera.
Gelast de teruggave aan [naam] en/of [naam] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
muntgeld; dekbedovertrek.
Gelast de teruggave aan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Kodak fotocamera.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. P.W.J. Sekeris en mr. H. Heins, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 17 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Bosma en mr. Heins zijn buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.