ECLI:NL:GHLEE:2011:BT9983
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van opzetheling en schuldheling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van opzetheling en schuldheling van verschillende in beslag genomen goederen, waaronder een paspoort, een Kodak camera, en een Nikon spiegelreflexcamera. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de wetenschap van de verdachte dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Hierdoor kon het primair ten laste gelegde, opzetheling, niet bewezen worden. Eveneens was er geen bewijs dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, waardoor ook het subsidiair ten laste gelegde, schuldheling, niet bewezen kon worden.
Het hof heeft de teruggave van de in beslag genomen goederen gelast aan de rechthebbenden, aangezien het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting van 3 oktober 2011, waar de advocaat-generaal had gevorderd tot vrijspraak van de verdachte van het primair ten laste gelegde en veroordeling tot een werkstraf voor het subsidiair ten laste gelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van een eerlijke rechtsgang, waarbij de verdachte niet kan worden veroordeeld zonder overtuigend bewijs van schuld.