ECLI:NL:GHLEE:2011:BT8803

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002990-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met brandstichting en gevaar voor de algemene veiligheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging met brandstichting en bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat. De feiten dateren van 23 maart 2010, toen de verdachte medewerkers van een instelling van het Leger des Heils bedreigde. Hij dreigde met de woorden: 'ik beuk hier de hele boel in elkaar, ik sla alle ramen in. Ik zorg dat de hele zaak afbrandt. Ik ga daar nu mee beginnen', terwijl hij met een hamer zwaaide. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week, maar in het hoger beroep is deze straf verhoogd naar 2 weken. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de ernst van de bedreigingen en de impact op de slachtoffers in overweging heeft genomen. De verdachte had een strafblad met eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten, wat meegewogen is in de strafoplegging. Het hof heeft de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de verdachte als strafbaar verklaard.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002990-10
Uitspraak d.d.: 17 oktober 2011
VERSTEK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 3 december 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1985],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 11 mei 2011, 3 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en zal opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 23 maart 2010 te [plaats], gemeente [gemeente], (een) medewerker(s) van (een instelling van het Leger des Heils, genaamd) [instelling] ([slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met brandstichting en/of met een misdrijf waarvoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten onstaat, immers heeft verdachte opzettelijk
- voornoemde medewerker(s) dreigend de woorden toegevoegd: "ik beuk hier de hele boel in elkaar, ik sla alle ramen in. Ik zorg dat de hele zaak afbrandt. Ik ga daar nu mee beginnen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- in aanwezigheid van voornoemde medewerker(s) met een hamer, althans met een zwaar (slag-)voorwerp staan zwaaien.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 23 maart 2010 te [plaats], gemeente [gemeente], medewerkers van (een instelling van het Leger des Heils, genaamd [instelling]) [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd met brandstichting en met een misdrijf waarvoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde medewerkers dreigend de woorden toegevoegd: "ik beuk hier de hele boel in elkaar, ik sla alle ramen in. Ik zorg dat de hele zaak afbrandt. Ik ga daar nu mee beginnen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met brandstichting;
en
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft tegenover medewerkers van het Leger des Heils, locatie [instelling], onder meer gedreigd met in brand steken van het gebouw waarin deze instelling is gehuisvest. Hierdoor heeft verdachte gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij personen die zich in hun functie beschermd en veilig moet voelen.
Blijkens een verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 18 juli 2011 is hij meermalen voor soortgelijke en andersoortige delicten veroordeeld.
Het hof heeft eveneens de persoonlijke omstandigheden van verdachte bij de strafoplegging betrokken, voor zover deze uit het dossier zijn gebleken.
Gelet op het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf passend en geboden is. Ondanks dat het hof tot een meer beperkte bewezenverklaring komt, is er - mede gelet op de documentatie van verdachte - geen aanleiding om de straf te matigen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Aldus gewezen door
mr. H. Heins, voorzitter,
mr. J.J. Beswerda en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 17 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.