Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000491-11
Uitspraak d.d.: 14 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 23 februari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1971],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. E. Albayrak, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 18 mei 2010 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een winkel/pand, gelegen aan of bij de [straat], heeft weggenomen een of meerdere blik(jes) bier (merk Schultenbrau), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 mei 2010 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een winkel, gelegen aan of bij de [straat], heeft weggenomen twee blikjes bier (merk Schultenbrau), toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf]
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Hij heeft daarmee inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van aangever, het winkelbedrijf [bedrijf]
Uit het hem betreffend Uitreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 september 2011 (bestaande uit 20 pagina's), blijkt dat verdachte meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor (winkel)diefstallen, onder meer tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Eerder opgelegde gevangenis- en werkstraffen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
De raadsman heeft ter terechtzitting van het hof verzocht om verdachte een werkstraf op te leggen.
Gezien het voorgaande acht het hof een werkstraf niet meer aan de orde, te minder omdat uit de justitiële documentatie (pagina's 5 en 10) blijkt dat drie eerder opgelegde werkstraffen zijn mislukt. Een gevangenisstraf zoals door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd, is een passende en ook noodzakelijke straf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 14 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. P. Koolschijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.