ECLI:NL:GHLEE:2011:BT8748

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
14 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000827-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van voorwaardelijke gevangenisstraf naar werkstraf na bedreiging met misdrijf tegen het leven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 14 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht tegen zijn toenmalige partner. Eerder was de verdachte onherroepelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand wegens mishandeling van dezelfde partner, en dit feit is gepleegd tijdens de proeftijd. Tijdens de zitting heeft de verdachte aangegeven dat hij met hulp van de stichting Zienn zijn leven weer op de rails heeft gekregen en dat hij begeleid woont en zijn financiën op orde heeft. Het hof heeft, in tegenstelling tot de advocaat-generaal en de rechter in eerste aanleg, geoordeeld dat de voorwaardelijke gevangenisstraf omgezet moet worden in een werkstraf van 60 uren, met een subsidiaire vervangende hechtenis van 30 dagen. Daarnaast is er een werkstraf van 30 uren opgelegd, met een subsidiaire vervangende hechtenis van 15 dagen.

Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte op 1 april 2010 zijn partner heeft bedreigd met de woorden: "Ik vermoord je vannacht als je slaapt" en "Ik laat je alle hoeken van de kamer zien". Het hof heeft de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging genomen, evenals zijn positieve ontwikkelingen in de persoonlijke situatie. De verdachte heeft zijn leven verbeterd en is gemotiveerd om zelfstandig te wonen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een onvoorwaardelijke werkstraf eiste, passend geacht en deze opgelegd. De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf is omgezet in een werkstraf, om de positieve ontwikkeling van de verdachte niet te verstoren.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000827-11
Uitspraak d.d.: 14 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 5 april 2011 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 09-925817-08, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1956],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal heeft voorts de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage d.d. 29 december 2008 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van een maand.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 1 april 2010, te [plaats], in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik vermoord je vannacht als je slaapt" en/of "Ik laat je alle hoeken van de kamer zien" en/of "Val toch neer, anders krijg je er een", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 april 2010, te [plaats], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd : "Ik vermoord je vannacht als je slaapt", "Ik laat je alle hoeken van de kamer zien" en "Val toch neer, anders krijg je er een".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Op 1 april 2010 heeft verdachte zijn toenmalige partner, [slachtoffer], na het nuttigen van een forse hoeveelheid alcohol bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door tegen haar te zeggen: "Ik vermoord je vannacht als je slaapt" en "Ik laat je alle hoeken van de kamer zien", "Val toch neer, anders krijg je er een". Door zijn handelen heeft verdachte bij aangeefster een gevoel van angst en onveiligheid teweeg gebracht.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 18 juli 2011, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten. Verdachte is in 2008 door de politierechter in 's-Gravenhage veroordeeld tot een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf wegens mishandeling, gepleegd tegen diezelfde [slachtoffer].
Verdachte liep toen hij het onderhavige feit beging nog in de proeftijd, die hem door de politierechter te 's-Gravenhage was opgelegd. Zelfs de hem opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf heeft hem er niet van weerhouden opnieuw in dezelfde fout te vervallen.
Het hof heeft daarnaast in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Verdachte heeft aangevoerd dat hij zijn leven inmiddels weer behoorlijk op de rit heeft. Verdachte heeft aangegeven dat hij thans een eigen woning heeft en dat hij met behulp van de Stichting Zienn zijn financiële situatie grotendeels op orde heeft. Uit een door de verdachte ter terechtzitting van het hof overgelegde brief van mevrouw De Jong van de Stichting Zienn is op te maken dat verdachte deel neemt aan het traject kleinschalig wonen in [woonplaats]. Doel is dat verdachte binnen een jaar zelfstandig kan wonen. De Jong geeft in voornoemd schrijven aan dat verdachte goed meewerkt aan de begeleiding en thans gemotiveerd is iets van zijn leven te maken.
Gelet op die positieve ontwikkelingen acht het hof de vordering van de advocaat-generaal, te weten een onvoorwaardelijke werkstraf, passend en geboden. Het hof zal die straf aan verdachte opleggen.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te 's-Gravenhage van 29 december 2008, parketnummer 09-925817-08, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Gelet op de hiervoor vermelde positieve ontwikkelingen in het leven van verdachte overweegt het hof het volgende. Een onderbreking van voornoemd traject door een gevangenisstraf zou de goede weg waarop verdachte zit verstoren. Om die reden heeft verdachte verzocht de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van één maand om te zetten in een werkstraf. Het hof komt verdachte hierin tegemoet en zal - anders dan de advocaat-generaal heeft gevorderd - in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22c, 22d en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te 's-Gravenhage van 29 december 2008, parketnummer 09-925817-08, te weten van: taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 14 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. P. Koolschijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.