ECLI:NL:GHLEE:2011:BT7399

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
12 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001676-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van mishandeling en openlijke geweldpleging in horecagelegenheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 12 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van mishandeling van een portier en openlijke geweldpleging tegen goederen. De feiten vonden plaats op 18 oktober 2009 in een horecagelegenheid, waar de verdachte samen met een ander de portier heeft mishandeld en geweld heeft gepleegd tegen een spiegelwand door barkrukken te gooien. De rechtbank had eerder een werkstraf opgelegd, maar het hof heeft deze straf bevestigd en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 50 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg gevoegd, maar niet in hoger beroep, waardoor het hof niet op de vordering van de benadeelde partij kon beslissen. De toepasselijke wettelijke voorschriften zijn de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 141 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001676-10
Uitspraak d.d.: 12 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 7 juli 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 7 juni 2011 en 28 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 50 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. W. Coppoolse, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 18 oktober 2009, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer], portier/medewerker van [benadeelde], heeft geslagen en/of gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
feit 2:
hij op of omstreeks 18 oktober 2009, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten een ruimte/ zaal van horecagelegenheid [benadeelde] aan de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen spiegelwand/aantal spiegels en/of een lichtarmatuur, welk geweld bestond uit het gooien van (een) barkruk(ken) tegen die spiegelwand/spiegels en/of die armatuur;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 18 oktober 2009, te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk mishandelend [slachtoffer], portier van [benadeelde], heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer] pijn heeft ondervonden.
feit 2:
hij op 18 oktober 2009, te [plaats], met een ander, in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten een zaal van horecagelegenheid [benadeelde] aan de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een spiegelwand, welk geweld bestond uit het gooien van barkrukken tegen die spiegelwand.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van mishandeling.
het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is
gebleken.
Verdachte heeft zich op 18 oktober 2009 samen met een ander schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer], portier van discotheek [benadeelde], en openlijke geweldpleging tegen een spiegelwand in die discotheek, door hier barkrukken tegenaan te gooien. Verdachte en zijn mededader hebben met hun handelen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] en hebben schade en overlast veroorzaakt. Dergelijk agressief gedrag is onacceptabel en strafwaardig.
Het hof neemt bij de strafoplegging in aanmerking dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 12 juli 2011, niet eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Gezien het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof
- overeenkomstig de door de politierechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde straf - oplegging van een werkstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Het voorwaardelijke deel van de straf dient tevens als stok achter de deur, teneinde te voorkomen dat verdachte zich in de toekomst nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat de benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging van de vordering in hoger beroep niet voort en kan het hof niet op die vordering beslissen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 141 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de werkstraf, groot 30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. K. Lahuis, voorzitter,
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 12 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.