ECLI:NL:GHLEE:2011:BT7303
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- T.H. Bosma
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was aangeklaagd voor (poging tot) ontucht, waarbij hij zou hebben geprobeerd een slachtoffer te dwingen tot ontuchtige handelingen op 9 mei 2009 in de gemeente Leek. De advocaat-generaal had een werkstraf van 40 uren geëist. Tijdens de zitting heeft het hof het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij het hof zich baseerde op de verklaringen van het slachtoffer en getuigen. Het hof kwam tot de conclusie dat de verklaringen van het slachtoffer onvoldoende wettig en overtuigend bewijs boden voor de beschuldigingen. De verdachte had weliswaar het slachtoffer aangeraakt, maar ontkende de intentie te hebben gehad om ongepaste handelingen te verrichten. Het hof oordeelde dat het feit dat het slachtoffer de aanraking als ongewenst had ervaren, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is op dezelfde dag ter openbare terechtzitting uitgesproken.