ECLI:NL:GHLEE:2011:BT7301
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- T.H. Bosma
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor afpersing met bedreiging met een vuurwapen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1971 en wonende in [woonadres], werd beschuldigd van afpersing. De feiten dateren van 15 januari 2002, toen de verdachte in de gemeente [gemeente] [slachtoffer] onder bedreiging van geweld dwong tot de afgifte van een SIM-kaart. De verdachte toonde een pistool, of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [slachtoffer], wat leidde tot een ernstige inbreuk op diens psychische integriteit. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder in Nederland was veroordeeld voor een strafbaar feit, wat in zijn voordeel werd meegewogen.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis van de rechtbank had gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De bewezenverklaring was gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, waaruit bleek dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen omstandigheden zijn gebleken die zijn strafbaarheid uitsluiten.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ondanks het tijdsverloop sinds het delict, heeft het hof besloten om de gevangenisstraf van 10 weken, zoals eerder opgelegd door de rechtbank, te handhaven. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde straf. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, met name artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht, in acht genomen bij het nemen van deze beslissing.