ECLI:NL:GHLEE:2011:BT7300

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000559-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • T.H. Bosma
  • H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
  • J.A. Wiarda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in mishandelingszaak met niet-ontvankelijke benadeelde partij

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen, dat op 21 februari 2011 was gewezen. De verdachte, geboren in 1946 en woonachtig te [woonplaats], was beschuldigd van mishandeling van een persoon, [benadeelde], op of omstreeks 11 augustus 2010 in [plaats]. De tenlastelegging hield in dat de verdachte opzettelijk [benadeelde] had gestompt en/of geslagen in het gezicht, wat zou hebben geleid tot letsel en pijn.

Tijdens de zitting op 22 september 2011 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte vroeg en stelde dat de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard diende te worden in haar vordering tot schadevergoeding. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. Hierdoor heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en de verdachte vrij te spreken.

Daarnaast heeft het hof de benadeelde partij, [benadeelde], in haar vordering tot schadevergoeding van EUR 500,00 niet-ontvankelijk verklaard. Het hof oordeelde dat de benadeelde partij haar vordering enkel bij de burgerlijke rechter kan indienen, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de mishandeling. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. G.M. Fondse, en is op 6 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Het arrest is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, waarbij mr. J.A. Wiarda buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000559-11
Uitspraak d.d.: 6 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 21 februari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1946],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 september 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van verdachte ter zake het ten laste gelegde en dat de benadeelde partij niet ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. R. Klarus, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 11 augustus 2010 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde]), heeft gestompt en/of geslagen in zijn gezicht, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep afgewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. J.A. Wiarda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 6 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A. Wiarda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.