ECLI:NL:GHLEE:2011:BT6410

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
30 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001014-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep voor vermogensdelicten en vorderingen van benadeelde partijen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was aangeklaagd voor verschillende vermogensdelicten, waaronder diefstal van benzine en flessentrekkerij. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat het hof niet overtuigd was door de wettige bewijsmiddelen dat de verdachte de feiten had begaan. De zaak betrof onder andere diefstal van benzine in verschillende gemeenten en het niet betalen van maaltijden bij een cafetaria. De advocaat-generaal had gevorderd tot veroordeling van de verdachte, maar het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling.

Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld. De vordering van benadeelde partij [benadeelde 1] werd niet-ontvankelijk verklaard, terwijl de vorderingen van [benadeelde 2] en [benadeelde 3] ook niet ontvankelijk werden verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het de vorderingen van de benadeelde partijen afwees. De beslissing van het hof is gebaseerd op het gebrek aan bewijs en de vrijspraak van de verdachte voor de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001014-08
Uitspraak d.d.: 30 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 9 april 2008 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 19-605621-07 en 19-605020-08, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-070518-04, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1975],
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 april 2011, 30 september 2011 en 16 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot
veroordeling van verdachte ter zake het in de zaak met parketnummer 19/605621-07 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 19/605020-08 onder 1. primair, 2. primair, 3. primair, 4. primair en 5. primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden onvoorwaardelijk. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd de benadeelde partij [benadeelde 1] ([vertegenwoordiger benadeelde 1]) niet ontvankelijk te verklaring in de vordering, de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De advocaat-generaal heeft voorts de tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gevorderd. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. W. van Vliet, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 19-605621-07:
hij in of omstreeks de periode van 23 juni 2006 tot en met 28 juni 200 in de gemeente [gemeente 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), telkens met voormeld oogmerk, meermalen, althans eenmaal, (een of meer medewerkers van) cafetaria [benadeelde 1], bewogen tot afgifte van maaltijden en/of snacks en/of andere goederen;
Zaak met parketnummer 19-605020-08 (gevoegd):
feit 1
hij op of omstreeks 18 juli 2007 te [plaats 1], althans in de gemeente [gemeente 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 38,42 liter, althans een hoeveelheid benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 18 juli 2007 te [plaats 1], althans in de gemeente [gemeente 2], opzettelijk 38,42 liter motorbrandstof (benzine), in elk geval een hoeveelheid motorbrandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke motorbrandstof verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte pomp- installatie, gelegen aan de A28, had getankt, onder gehoudenheid die motorbrandstof te betalen en welke motorbrandstofverdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 2
hij op of omstreeks 17 juli 2007 te [plaats 2], althans in de gemeente [gemeente 3], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 40,62 liter, althans een hoeveelheid benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 17 juli 2007 te [plaats 2], gemeente [gemeente 3], opzettelijk 40,62 liter motorbrandstof (benzine), in elk geval een hoeveelheid motorbrandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke motorbrandstof verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte pomp-installatie, gelegen aan de A28, had getankt, onder gehoudenheid die motorbrandstof te betalen en welke motorbrandstof verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 3
hij op of omstreeks 18 juli 2007 te [plaats 3], althans in de gemeente [gemeente 4], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 38,4 liter, althans een hoeveelheid benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2],in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 18 juli 2007 te [plaats 3], althans in de gemeente [gemeente 4], opzettelijk 38,4 liter motorbrandstof, in elk geval een hoeveelheid motorbrandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke motorbrandstof verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte pomp- installatie, gelegen aan Rijksweg A28, had getankt, onder gehoudenheid die motorbrandstof te betalen en welke motorbrandstof verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 4
hij op of omstreeks 19 juli 2007 te [plaats 4], althans in de gemeente [gemeente 5], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 38,02 liter, althans een hoeveelheid, benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 19 juli 2007 te [plaats 4], althans in de gemeente [gemeente 5], opzettelijk 38,02 liter motorbrandstof, in elk geval een hoeveelheid motorbrandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke motorbrandstof verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte pompinstallatie, gelegen aan de Rijksweg A12, had getankt, onder gehoudenheid die motorbrandstof te betalen en welke motorbrandstof verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 5
hij op of omstreeks 13 juli 2007 te [plaats 5], althans in de gemeente [gemeente 6], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 35,11 liter, althans een hoeveelheid, benzine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 13 juli 2007 te [plaats 5], althans in de gemeente [gemeente 6], opzettelijk 35,11 liter motorbrandstof, in elk geval een hoeveelheid motorbrandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke motorbrandstof verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte pompinstallatie, gelegen aan de Rijksweg A235, had getankt, onder gehoudenheid die motorbrandstof te betalen en welke motorbrandstof verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 19/605621-01 ten laste gelegde merkt het hof het volgende op.
Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg, d.d. 9 april 2008, blijkt dat de officier van justitie ter zake van dit feit een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, als bedoeld in artikel 313, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft ingediend. Gezien het hiervoor genoemde proces-verbaal is de wijziging door de politierechter toegewezen. Er is echter verzuimd om de inhoud van de aangebrachte wijzigingen in het proces-verbaal van de terechtzitting op te nemen (artikel 313, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering). Ook is de schriftelijke vordering van de officier van justitie niet aan het proces-verbaal gehecht en bevindt de vordering zich niet bij de stukken. Er is derhalve niet voldaan aan de strekking van het voorschrift, dat door middel van een deugdelijke vastlegging geen misverstand kan bestaan over de aangebrachte wijziging(en). Gezien het vorenstaande zal het hof het feit beoordelen zoals het feit aan verdachte is ten laste gelegd bij het uitbrengen van de oorspronkelijke dagvaarding.
Verdachte wordt verweten dat hij zich gedurende de periode van 23 juni 2006 tot en met 28 juni 2006 in de gemeente [gemeente 1] schuldig heeft gemaakt aan flessentrekkerij door - kort gezegd - meermalen etenswaren te bestellen bij cafetaria [benadeelde 1] zonder deze te betalen.
Nu uit de aangifte blijkt dat cafetaria [benadeelde 1] is gevestigd in de gemeente [gemeente 7] kan niet bewezen worden dat verdachte zich in de gemeente [gemeente 1] schuldig heeft gemaakt aan flessentrekkerij. Het hof zal verdachte derhalve vrijspreken van dit feit.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 19-605020-08 ten laste gelegde merkt het hof het volgende op.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 9-605020-08 onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. Het hof zal verdachte van die feiten dan ook vrijspreken.
Vordering tot tenuitvoerlegging
Gelet op de vrijspraak van verdachte zal de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Assen van 25 februari 2008, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van te Groningen van 10 november 2005, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, worden afgewezen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 487,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 19-605621-07 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 89,68. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 80,55. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 19-605020-08 onder 3 subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 66,85. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 57,99. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 19-605020-08 onder 4 subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 19-605621-07 en in de zaak met parketnummer 19-605020-08 onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Assen van 25 februari 2008, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 10 november 2005, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 2], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] ([benadeelde 3]) Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 3] ([benadeelde 3]) , in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. E. de Witt en mr. T.M.L. Wolters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 30 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.