Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002829-09
Uitspraak d.d.: 30 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 29 oktober 2009 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-630112-09 en 18-650677-08, en de van dat vonnis deel uitmakende belissingen op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummers 18-670521-07, 01-830450-08, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1975],
thans verblijvende in PI Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard.
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 april 2010, 9 juli 2010, 30 september 2010, 17 december 2010, 10 maart 2011, 30 mei 2011, 4 augustus 2011 en 16 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft primair gevorderd de zaak aan te houden in verband met het laten opmaken van reclasseringsrapportage. De advocaat-generaal heeft subsidiair en meer subsidiair gevorderd de feiten die aan verdachte in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 1. primair, 2. primair, 3., 4. subsidiair, 5. primair, 6. primair, 7. en 8. en het in de zaak met parketnummer 18-650677-08 te laste gelegde bewezen te verklaren en verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, of - indien behandeling geen optie is - verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Tevens heeft de advocaat-generaal - indien verdachte wordt veroordeeld - gevorderd de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden ten uitvoer te leggen. Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] volledig toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe te wijzen tot een bedrag van € 1.000,-, eveneens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. W. van Vliet, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-630112-09:
feit 1:
hij op of omstreeks 15 februari 2009, in de gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een pompbediende van genoemd tankstation, genaamd [medewerker bedrijf 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 1] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en/of (vervolgens) met die schaar, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, gericht op die [medewerker bedrijf 1] om de balie heen is gelopen en/of (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid/gepakt en/of (vervolgens) die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 15 februari 2009, in de gemeente [gemeente 1], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een pompbediende van tankstation [bedrijf 1], genaamd [medewerker bedrijf 1], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 1] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en/of (vervolgens) met die schaar, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, gericht op die [medewerker bedrijf 1] om de balie heen is gelopen en/of (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid/gepakt en/of (vervolgens) die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
feit 2:
hij op of omstreeks 17 februari 2009, in de gemeente [gemeente 2], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 2], genaamd [medewerker bedrijf 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 2] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef het geld" en/of "Schiet op. Geef het geld", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 17 februari 2009, in de gemeente [gemeente 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een medewerker van die [bedrijf 2], genaamd [medewerker bedrijf 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 2] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef het geld" en/of "Schiet op. Geef het geld", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
feit 3:
hij op of omstreeks 18 februari 2009, in de gemeente [gemeente 3], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een pakje sigaretten, toebehorende aan [bedrijf 3] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens)richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [slachtoffer 2] en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geld, geld, geld uit de kassa", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
feit 4:
hij op of omstreeks 21 februari 2009, in de gemeente [gemeente 4], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] (gelegen aan het [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een medewerker van genoemd tankstation, genaamd [medewerker bedrijf 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 4] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef me geld of ik steek je (neer)" althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 21 februari 2009, in de gemeente [gemeente 4],ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 4], genaamd [medewerker bedrijf 4], te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan[bedrijf 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 4] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef me geld of ik steek je (neer)" althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
feit 5:
hij op of omstreeks 22 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente 5], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen de kassamedewerkster van een [bedrijf 5] benzinestation, genaamd [medewerker bedrijf 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 5] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 5] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en/of (vervolgens) met de punt van dat mes, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [medewerker bedrijf 5] en/of (vervolgens) die [medewerker bedrijf 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open" en/of "Is dat alles?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente 5], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een kassamedewerkster van een [bedrijf 5] benzinestation, genaamd [medewerker bedrijf 5], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [medewerker bedrijf 5] en/of (daarbij) die [medewerker bedrijf 5] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en/of (vervolgens) met de punt van dat mes, althans dat scherp en/of puntig voorwerp, een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [medewerker bedrijf 5] en/of (vervolgens) die [medewerker bedrijf 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open" en/of "Is dat alles?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
feit 6:
hij op of omstreeks 25 februari 2009, te [plaats 2], althans in de gemeente [gemeente 6], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aanbenzinestation [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie/kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [slachtoffer 4] en/of (daarbij) die [slachtoffer 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets" en/of "Is er niet meer?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 25 februari 2009 te [plaats 2], althans in de gemeente [gemeente 6], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan benzinestation [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie/kassa is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [slachtoffer 4] en/of (daarbij) die [slachtoffer 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets" en/of "Is er niet meer?", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
feit 7:
hij op of omstreeks 26 februari 2009, in de gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [bedrijf 7] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegengenoemde [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de balie is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [benadeelde 1] en/of (daarbij) die [benadeelde 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij al je geld, dan zal ik je niets doen" en/of "Je mag de eerste 3 minuten de politie niet bellen. Als je dat wel doet kom ik terug om je dood te maken", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
feit 8:
hij op of omstreeks 28 februari 2009, te [plaats 3], althans in de gemeente [gemeente 8], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 2], genaamd [benadeelde 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [benadeelde 2] en/of (daarbij) die [benadeelde 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geld" en/of "Menens, opschieten, opschieten,hier is mijn mes", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 28 februari 2009 te [plaats 3], althans in de gemeente [gemeente 8], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een pakje sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaanen/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachtegenoemd tankstation is binnengegaan en/of (vervolgens) richting de toonbank is gelopen en/of (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gehouden in de richting van en/of getoond aan die [benadeelde 2] en/of (daarbij) die [benadeelde 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geld" en/of "Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 18-650677-08 (gevoegd):
hij op of omstreeks 25 augustus 2007, in de gemeente [gemeente 4], als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 225 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder rijbewijs.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/630112-09 onder 4. primair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu uit de stukken die zich in het dossier bevinden blijkt niet dat bij de overval op 21 februari 2009 goederen zijn weggenomen.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 18/650677-08 heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-630112-09:
feit 1 primair:
hij op 15 februari 2009 in de gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan tankstation [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1], welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen een pompbediende van genoemd tankstation, genaamd [medewerker bedrijf 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en vervolgens richting de balie is gelopen en vervolgens een schaar heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [medewerker bedrijf 1] en daarbij die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me geld. Geef me geld" en vervolgens met die schaar, gericht op die [medewerker bedrijf 1] om de balie heen is gelopen en vervolgens een hoeveelheid geld uit de kassa heeft gegraaid en vervolgens die [medewerker bedrijf 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je binnen 5 minuten de politie belt kom ik terug en maak ik je dood";
feit 2 primair:
hij op 17 februari 2009 in de gemeente [gemeente 2], met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 2], genaamd [medewerker bedrijf 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan het [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 5], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en vervolgens richting de balie is gelopen en vervolgens een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [medewerker bedrijf 2] en daarbij die [medewerker bedrijf 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef het geld" en "Schiet op. Geef het geld";
feit 3:
hij op 18 februari 2009 in de gemeente [gemeente 3], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en een pakje sigaretten, toebehorende aan [bedrijf 3] en/of [slachtoffer 2], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en vervolgens richting de toonbank is gelopen en vervolgens een mes, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [slachtoffer 2] en daarbij die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geld, geld, geld uit de kassa";
feit 4 subsidiair:
hij op 21 februari 2009 in de gemeente [gemeente 4], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 4], genaamd [medewerker bedrijf 4], te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [bedrijf 4], genoemd tankstation is binnengegaan en vervolgens richting de balie is gelopen en vervolgens een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [medewerker bedrijf 4] en daarbij die [medewerker bedrijf 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef me geld of ik steek je (neer)", zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
feit 5 primair:
hij op 22 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente 5], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 3], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen de kassamedewerkster van een [bedrijf 5] benzinestation, genaamd [medewerker bedrijf 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en vervolgens richting de kassa is gelopen en vervolgens een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [medewerker bedrijf 5] en daarbij die [medewerker bedrijf 5] meermalen, dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Doe die kassa open" en vervolgens met de punt van dat mes een zwaaiende beweging heeft gemaakt in de richting van die [medewerker bedrijf 5] en vervolgens die [medewerker bedrijf 5] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Maak die kassa open" en "Is dat alles?";
feit 6 primair:
hij op 25 februari 2009 te [plaats 2], althans in de gemeente [gemeente 6], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 4], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en vervolgens richting de balie/kassa is gelopen en vervolgens een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [slachtoffer 4] en daarbij die [slachtoffer 4] dreigend de woorden heeft toegevoegd "Doe de la open en er gebeurt verder niets" en "Is er niet meer?";
feit 7:
hij op 26 februari 2009 in de gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan benzinestation [bedrijf 7] en/of [benadeelde 1], welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen genoemde [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte genoemd benzinestation is binnengegaan en vervolgens richting de balie is gelopen en vervolgens een mes, heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [benadeelde 1] en daarbij die [benadeelde 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij al je geld, dan zal ik je niets doen" en "Je mag de eerste 3 minuten de politie niet bellen. Als je dat wel doet kom ik terug om je dood te maken";
feit 8 primair:
hij op 28 februari 2009 te [plaats 3], met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een medewerker van een [bedrijf 2], genaamd [benadeelde 2], heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan het [bedrijf 2], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte genoemd tankstation is binnengegaan en vervolgens richting de toonbank is gelopen en vervolgens een mes heeft gehouden in de richting van en getoond aan die [benadeelde 2] en daarbij die [benadeelde 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geld" en "Menens, opschieten, opschieten, hier is mijn mes".
Zaak met parketnummer 18-650677-08 (gevoegd):
hij op 25 augustus 2007 in de gemeente [gemeente 4], als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 225 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder rijbewijs.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 2 primair en 8 primair bewezen verklaarde levert op:
afpersing.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 4 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
poging tot afpersing.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 5 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 6 primair bewezen verklaarde levert
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 7 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Het in de zaak met parketnummer 18/650677-08 levert op:
Overtreding van artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte zijn door D. Breuker, forensisch psycholoog, en C.J. van Gestel, psychiater, d.d. 30 juni 2011 respectievelijk 1 juli 2011 Pro Justitia rapporten uitgebracht.
Door beide deskundigen wordt geconcludeerd dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten een zodanige gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens (in de zin van een Stoornis van Asperger en zwakbegaafdheid) bestond dat deze feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Het hof neemt deze conclusies over en maakt die tot de zijne.
Nu niet is gebleken dat verdachte het ten laste gelegde in het geheel niet valt toe te rekenen en er ook anderszins geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht, acht het hof verdachte strafbaar.
Motivering van de op te leggen straf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich vrijwel onmiddellijk nadat hij was vrijgekomen uit detentie, in een periode van 13 dagen acht keer schuldig gemaakt aan een overval op een benzinestation. Verdachte heeft telkens onder bedreiging van een mes of een schaar geld uit de kassa gehaald, dan wel de kassiers gedwongen tot afgifte van de inhoud van de kassa. De kassiers - waaronder een jongen van zestien en een zwangere vrouw - hebben zich door het handelen van verdachte zeer bedreigd gevoeld. Dit zijn zeer ernstige feiten die grote angst en onrust veroorzaken bij de direct betrokkenen en de samenleving schokken.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 20 september 2010, waaruit blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld voor het plegen van vermogensdelicten. Bovendien liep er ten tijde van het begaan van de onderhavige feiten voor verdachte een proeftijd, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof houdt tevens rekening met het feit dat verdachte ter zake van de onderhavige feiten als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd.
Het is slechts gelegen in het opleggen van na te noemen maatregel dat het hof niet komt tot een hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de eerste rechter opgelegd en door de advocaat-generaal meer subsidiair gevorderd. De oriëntatiepunten gaan voor dit soort overvallen uit van twee jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf per delict, zodat een gevangenisstraf van langere duur in beginsel aangewezen is. Om die reden ziet het hof ook geen mogelijkheid tot het opleggen van een deel voorwaardelijke gevangenisstraf die in het kader van een bijzondere voorwaarde een behandeling mogelijk maakt.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur, zoals door de advocaat-generaal meer subsidiair gevorderd, passend en geboden is, gelet ook op de maatregel die zal worden opgelegd.
Het hof heeft bij de bepaling van de straf het ad informandum gevoegde feit niet meegenomen, nu verdachte zich ten aanzien van dit feit heeft beroepen op zijn zwijgrecht.
Motivering van de op te leggen maatregel
Het eerdergenoemde rapport van psycholoog D. Beuker van 30 juni 2011 houdt onder meer het volgende in:
'Op basis van het onderzoek kan bij betrokkene een ziekelijk stoornis van de geestvermogens worden vastgesteld in de zin van een Stoornis van Asperger, mogelijk is er ook sprake van een aandachtstekortstoornis. (...) Er is tevens sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid. De stoornis van Asperger en de zwakbegaafdheid versterken elkaar met name in de grote mate waarin betrokkene afhankelijk is van zijn omgeving en in zijn beïnvloedbaarheid door die omgeving. Inherent aan de Stoornis van Asperger is er bij betrokkene namelijk sprake van een sociaal onvermogen en een grote structurele kwetsbaarheid. Spanningen en negatieve emoties lopen van binnen gemakkelijk op onder invloed van allerlei dwanggedachten en externe stressoren, zonder dat hij hier voldoende weerstand tegen kan bieden. Bij gebrek aan voldoende structuur en stabiliteit verzand hij gemakkelijk in rigide denkpatronen en in onverantwoordelijk en impulsief gedrag.
(...)
Op basis van de aard van de stoornissen zal de kans op recidive blijven bestaan, dit ondanks de voornemens van betrokkene om niet meer terug te vallen in crimineel gedrag en het stoppen van zijn cocaïnegebruik. Door een langdurig vast behandel/begeleidingscontact (vinger aan de pols) met interventies op vrijwel alle levensgebieden, kan er wel sprake zijn van een controleerbare recidive, in die zijn dat hij door een afgemeten (week)programma met voor betrokkene beperkte, doch overzichtelijke stressfactoren, hij ook zijn gedragskeuzes beter beheersbaar en controleerbaar zou kunnen maken.
(..)
Op basis van de aard van de stoornissen (de structurele kwetsbaarheid en het sociale onvermogen), eerder crimineel gedrag, de contacten met een crimineel netwerk in het verleden, en de cocaïneafhankelijkheid in het verleden, wordt de kans op recidive verhoogd aanwezig geacht, op het moment dat betrokkene niet is ingebed in een stevig behandel- en begeleidingskader, waarbinnen men voldoende ervaring en deskundigheid heeft op het gebied van de Stoornis van Asperger, en het hem ontbreekt aan een gestructureerd en stabiele levensstijl.'
In het rapport van psychiater C.J. van Gestel van 1 juli 2011 wordt onder meer vermeld:
'Hoewel onderzochte een nadrukkelijke hulpvraag stelde in de loop van het onderhavige onderzoek, wordt de mate waarin hij deze hulp kan accepteren, niet bijzonder hoog ingeschat omdat onderzochte dan uitstel van het halen van eigen doelen zal moeten dulden en een deel van zijn autonomie (tijdelijk) moet opgeven, wat hem vooralsnog nooit makkelijk is afgegaan. Op klinische gronden wordt de kans op recidive daarom vrij hoog ingeschat. (...)
Behandeling gericht op onderzochtes stoornis van Asperger, als ook op zijn zwakbegaafdheid, bestaat overwegende uit het bieden van een structurerend en ondersteunend behandelingsklimaat aan onderzochte dat voorspelbaar en veilig is.
(..)
Uit de aard van de stoornissen en de gebrekkige ontwikkeling van onderzochte zal een dergelijk behandelklimaat (zeer) langdurig noodzakelijk zijn.
(...)
Nu over de ziekelijke stoornissen en de gebrekkige ontwikkeling van onderzochte eenduidigheid bestaat, nu er een indirect causaal verband tussen onderzochtes psychopathologie en de hem ten laste gelegde feiten is vastgesteld en het aannemelijk is dat een structurerend en steunend behandelklimaat het recidiverisico gunstig beïnvloedt, acht ondergetekende het nuttig een maatregel te adviseren die strekt tot blootstelling aan zo'n behandelklimaat.
(...)
Onderzochte dient blootgesteld te worden aan een structurerend en ondersteunend behandelklimaat toegespitst op zijn specifieke beperkingen en met voldoende ruimte voor zijn autonomie.'
Het hof kan zich met de in voormelde rapporten opgenomen conclusies - in die zin dat er bij verdachte ten tijde van het plegen de delicten sprake was van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat verdachte behandeling behoeft - verenigen, zodat het hof deze overneemt en tot de zijne maakt.
Zoals uit het vorenstaande blijkt achten beide rapporteurs de kans op herhaling zonder adequate behandeling groot. Teneinde de maatschappij te beschermen is het hof van oordeel dat derhalve niet kan worden volstaan met het enkel opleggen van een gevangenisstraf en dient verdachte behandeld te worden.
Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat hij gemotiveerd is voor behandeling, maar dat deze behandeling hem wel in een strafrechtelijk kader (als bijzondere voorwaarde) moet worden opgelegd teneinde hem ertoe te dwingen deze behandeling te ondergaan. Verdachte heeft tevens verklaard dat de kans dat hij terug zal vallen in crimineel gedrag erg groot is indien hij geen behandeling krijgt.
Los van het feit dat het hof onvoldoende vertrouwen heeft in de bereidwilligheid en het vermogen van verdachte om zich aan de aanwijzingen van de reclassering te houden is het hof van oordeel dat, zoals hiervoor reeds verwoord, gezien de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf van vier jaren, waarvan een deel voorwaardelijk zou moeten worden opgelegd. Dit maakt dat een behandeling in de vorm van een bijzondere voorwaarde - zoals geadviseerd - niet tot de mogelijkheden behoort. Nu verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij een stok achter de deur nodig heeft om zich te laten behandelen, zal ook een behandeling in een geheel vrijwillig kader geen kans van slagen hebben.
Gezien het vorenstaande zal het hof ter bescherming van de maatschappij aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling opleggen.
Gebleken is dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten sprake was van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend, terwijl de door hem gepleegde feiten misdrijven betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
Gelet hierop en voorts in aanmerking genomen dat het hof de kans op herhaling zonder adequate behandeling groot acht is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. Die veiligheid van anderen eist tevens dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd. Het hof zal dan ook deze maatregel naast de gevangenisstraf opleggen.
Het is op deze grond dat het hof een zwaardere straf zal opleggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd.
Het hof legt de maatregel op ter zake van misdrijven die gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. Derhalve is de totale duur van maatregel niet beperkt tot vier jaar.
Verbeurdverklaring van het in beslag genomen voorwerp
De tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten zijn (mede) begaan met betrekking tot het hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp (personenauto, merk Suzuki Swift met het kenteken [kenteken]). Het behoort de verdachte toe. Het zal daarom worden verbeurd verklaard.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 750,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 7 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.600,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 1.000,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 8 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.000,00. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 917,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd zodat de benadeelde partij niet ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 21 april 2008, parketnummer 18-670521-07, opgelegde voorwaardelijke 9 maanden gevangenisstraf. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch van 4 november 2008, parketnummer 01-830450-08, opgelegde voorwaardelijke 3 maanden gevangenisstraf. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 36f, 37a, 37b, 45, 57, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 4 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en het in de zaak met parketnummer 18-650677-08 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair, 7 en 8 primair en het in de zaak met parketnummer 18-650677-08 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een personenauto, merk Suzuki Swift met kenteken [kenteken].
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [benadeelde 1] terzake van het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 7 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1], een bedrag te betalen van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [benadeelde 2] terzake van het in de zaak met parketnummer 18-630112-09 onder 8 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 1.000,00 (duizend euro) aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2], een bedrag te betalen van EUR 1.000,00 (duizend euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 3], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 21 april 2008, parketnummer 18-670521-07, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch van 4 november 2008, parketnummer 01-830450-08, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. T.M.L. Wolters en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 30 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. De Witt, voornoemd, is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.