ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2875

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002979-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende het gebruik van niet toegestaan lokmiddel bij de jacht op ganzen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, stond de verdachte terecht in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van het gebruik van een niet toegestaan lokmiddel, namelijk elektronische geluidsapparatuur en/of lokganzen, bij het jagen op ganzen met het oog op schadebestrijding. De feiten van de zaak dateren van 9 januari 2008, toen verbalisanten op een afstand van 300-400 meter van de verdachte het geluid van een grote groep ganzen hoorden, dat afkomstig leek te zijn uit de richting van de jachthut waar de verdachte zich bevond. Toen de verbalisanten ter plaatse gingen, vluchtte de verdachte en werd er geen geluidsapparatuur aangetroffen.

Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het gebruik van de elektronische geluidsapparatuur door de verdachte of zijn medeverdachte. De aangetroffen batterijen en het waargenomen geluid waren niet voldoende om te concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastelegging. Het hof sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde, waarbij het ook opmerkte dat de verdachte het gebruik van geluidsapparatuur ontkende en dat de batterijen niet met zekerheid aan hem konden worden gekoppeld.

De uitspraak van het hof vond plaats op 13 september 2011, waarbij het hof het vonnis van de economische politierechter vernietigde en opnieuw recht deed. De beslissing om de verdachte vrij te spreken werd genomen na zorgvuldige overweging van de bewijsstukken en de verklaringen van de betrokken partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002979-09
Uitspraak d.d.: 13 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 november 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1965],
wonende te [woonplaats] en [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis, bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling ter zake hiervan tot een geldboete van € 1.000,-, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, waarvan € 500,- subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. P.J. Hoogendam, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 9 januari 2008, te of bij [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft gehandeld in strijd met de bij een door Provinciale Staten van Fryslân, op 28 september 2005, aan de grondgebruiker en/of jachtaktehouder verleende vrijstelling/ontheffing ex artikel 65 Flora- en faunawet (Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2005) en de daarin gestelde voorschriften en/of beperkingen, zoals genoemd in artikel 1 en 3 van die Verordening, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar (een) lokmiddel(en) gebruikt, te weten een elektronisch lokmiddel (geluidsapparatuur) waarmee het geluid van (overvliegende) ganzen ten gehore werd gebracht en/of het verspreid neerleggen op geruime afstand van de jachthut van meerdere dode kolganzen (Anser albijrons).
In de tenlastelegging is Anser albifrons verbeterd in Anser albijrons. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Verdachte wordt verweten al dan niet samen met een ander bij het jagen op ganzen met het oog op de schadebestrijding een niet toegestaan lokmiddel te hebben gebruikt, te weten
- kort gezegd - elektronische geluidsapparatuur en/of lokganzen.
Met de economische politierechter en de advocaat-generaal heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat verdachte en/of zijn medeverdachte dode ganzen als lokmiddel heeft/hebben gebruikt. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het gebruik van elektronische geluidsapparatuur overweegt het hof het volgende.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting van het hof is gebleken dat verbalisanten, op een afstand van 300-400 meter van verdachte en diens medeverdachte verwijderd, plotseling het geluid van een grote groep ganzen hoorden. Dit geluid, dat kwam uit de richting van de jachthut waar verdachte en diens medeverdachte zich bevonden, hield ineens op. Verbalisanten hebben ten tijde van het geluid geen grote groepen ganzen gezien, die het geluid zouden kunnen hebben veroorzaakt. Verbalisanten vermoedden dat verdachte en de medeverdachte gebruik maakten van geluidsapparatuur om ganzen te lokken. Toen zij ter plaatse gingen, vluchtte verdachte. Er is geen geluidsapparatuur in of in de nabijheid van de jachthut aangetroffen. Verbalisanten hebben voorts niet waargenomen of verdachte dan wel diens medeverdachte zich heeft/hebben ontdaan van (geluids)apparatuur en/of andere goederen.
Wel hebben verbalisanten enige tijd later, in de buurt van de door verdachte afgelegde looproute, een plastic tasje met daarin een (intacte) onaangebroken verpakking met AA-batterijen aangetroffen.
Verdachte heeft het gebruik van geluidsapparatuur ontkend. Verdachte ontkent eveneens dat de batterijen van hem afkomstig zijn.
De aangetroffen batterijen en het door verbalisanten waargenomen geluid leveren naar het oordeel van het hof, noch op zichzelf noch in onderlinge samenhang bezien, voldoende bewijs op voor het gebruik van elektronische geluidsapparatuur door verdachte en/of zijn medeverdachte. De aangetroffen batterijen kunnen niet met een voldoende mate van zekerheid in verband worden gebracht met hetzij verdachte en/of zijn medeverdachte, hetzij elektronische geluidsapparatuur.
De waarnemingen van verbalisanten met betrekking tot het geluid zijn onvoldoende voor het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte en/of zijn medeverdachte elektronische geluidsapparatuur heeft/hebben gebruikt. Daarom moet verdachte ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Beslag
De economische politierechter heeft bij het bestreden vonnis inbeslaggenomen ganzen verbeurdverklaard. Nu uit het dossier is gebleken dat de ganzen niet onder verdachte maar onder de medeverdachte [naam] in beslag zijn genomen, zal het hof geen beslissing daarop nemen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. J.A. Wiarda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 13 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. O. Anjewierden en mr. J.A. Wiarda zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.