ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2773
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- T.H. Bosma
- G.M. Meijer-Campfens
- H. Heins
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs in mishandelingszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 4 april 2011 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en woonachtig in [woonplaats], was beschuldigd van opzettelijke mishandeling van een persoon, [slachtoffer], op 2 oktober 2010 in de gemeente [gemeente]. De tenlastelegging hield in dat de verdachte [slachtoffer] met kracht in het gezicht had geslagen, wat letsel en pijn bij het slachtoffer zou hebben veroorzaakt.
Tijdens de zitting op 8 september 2011 heeft het hof het dossier en de aangifte van [slachtoffer] bestudeerd. De aangifte was echter niet voldoende om te concluderen dat de verdachte de mishandeling had gepleegd, aangezien [slachtoffer] zelf niet had gezien wie hem had geslagen. De getuigenverklaring van [getuige] was te vaag en niet specifiek genoeg om de verdachte te kunnen identificeren als dader.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 30 uren had geëist, in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De beslissing van het hof benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.