ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2773

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000713-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs in mishandelingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 4 april 2011 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en woonachtig in [woonplaats], was beschuldigd van opzettelijke mishandeling van een persoon, [slachtoffer], op 2 oktober 2010 in de gemeente [gemeente]. De tenlastelegging hield in dat de verdachte [slachtoffer] met kracht in het gezicht had geslagen, wat letsel en pijn bij het slachtoffer zou hebben veroorzaakt.

Tijdens de zitting op 8 september 2011 heeft het hof het dossier en de aangifte van [slachtoffer] bestudeerd. De aangifte was echter niet voldoende om te concluderen dat de verdachte de mishandeling had gepleegd, aangezien [slachtoffer] zelf niet had gezien wie hem had geslagen. De getuigenverklaring van [getuige] was te vaag en niet specifiek genoeg om de verdachte te kunnen identificeren als dader.

Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 30 uren had geëist, in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De beslissing van het hof benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000713-11
Uitspraak d.d.: 22 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 april 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. A. Taner, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 2 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) in het gezicht, in ieder geval op/tegen het hoofd, heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat het dossier, naast de aangifte van [slachtoffer] - die zelf niet heeft gezien door wie hij werd geslagen - onvoldoende bewijsmiddelen bevat op basis waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte deze mishandeling heeft gepleegd. De getuigenverklaring van [getuige] is daartoe onvoldoende specifiek omtrent het signalement van de dader.
Derhalve kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en zal hij daarvan worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. H. Heins, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 22 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.